Frits Slicht
Willem George Frederik Jansen, zaalchef en decoratieschilder
Een ontwerper die praktisch tegelijk met Nienhuis bij De Distel heeft gewerkt is deze Willem Jansen. Hij werd op 26 December 1871 te Harlingen geboren, in welke gemeente zijn vader hoofd van een school en directeur van de Normaalschool was. Volgens de Krant Het Vaderland wilde zijn vader eigenlijk dat hij ‘naar zee’ zou gaan. Willem moest dan wel eerst naar de ambachtsschool om het machinevak te leren om daarna door te stomen voor een opleiding als stuurman. De zee heeft hij niet bevaren, hooguit geschilderd. Toen hij 18 jaar oud was, besloot hij tot een loopbaan als schilder. Via diverse baantjes en banen werd hij hoofdontwerper bij ‘Rozenburg’ in Den Haag om daarna in Gouda aan de slag te gaan bij ‘Zuid – Holland’. In het jaar 1902 kwam hij in dienst van De Distel als zaalchef en decoratieschilder.
Het Nieuwsblad van het Noorden van 23 augustus 1991 schreef naar aanleiding van een overzichtstentoonstelling van zijn werk het volgende: “Samen met de Groninger Bert Nienhuis was Willem Jansen in de jaren 1902-1910 de smaakmaker van de Amsterdamse Jugendstil-fabriek De Distel. Een uitvoerige beschouwing in het Amsterdamse weekblad De Amsterdammer uit 1906 noemt Jansen als chef van de tegeldecoratie-afdeling. Die werkplaats leverde toen voor stadsvilla's, winkels en bedrijven in Amsterdam, Arnhem, Den Bosch, maar ook in het buitenland grote tegeltableaus.” Voor het hele artikel: Nieuwsblad van het Noorden.
In Milaan was een zaal deels ingericht door De Distel, Willem Jansen was een van de ontwerpers en aanwezig. Bron: De katholieke illustratie; zondags-lektuur voor het katholieke Nederlandsche volk, jrg 40, 1906, no 41, 1906 
Thorn Prikker over Willem Jansen
Een van de eerste die een oordeel velde over het werk van Willem Jansen is de al eerder genoemde Thorn Prikker. Deze maakt een vergelijking tussen het werk van Nienhuis en Jansen: “Zonder den heer Jansen te kort te doen gelooven we te kunnen zeggen, dat hij zijn bedoelingen tot heden toe minder dicht nabij kwam dan de heer Nienhuis. Zijn werk is minder stelselmatig, doch rijker aan verrassingen. Hij is meer colorist, doch nog in de periode van de proefnemingen; de techniek heeft hij niet geheel onder de knie, waaraan we dadelijk toevoegen, dat zijn werk veel meer aan de gevolgen van toevalligheden bloot staat dan dat van Nienhuis. Toch vervaardigde hij in dienst van „De Distel" zeer fraaie dingen. En we zeggen ook niet te veel, als we eerlang van hem een bijzonder genre aardewerk beweren te verwachten, dat minder theoretisch dan Nienhuis' werk, misschien als „natuurlijker" door sommigen zal verkozen worden.” Bron: Nederlandsche Kunstnijverheid, jaar van uitg. 1905, Thorn Prikker ed.
Willem Jansen zou in 1941 zelf iets zeggen over zijn werk bij De Distel: “……………en ten slotte bij „De Distel" in Amsterdam. Ook dat was heel aardig werk en ik heb er wel succes mee gehad ook. Op de groote tentoonstellingen in Luik, Milaan en St. Louis werden mijn ontwerpen bekroond.” Bron: De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad van 12-12-1941
NAAR: Verhaal 20