Tussen 1909 en 1919 gaat het goed met het Rembrandt Theater. Eén van de laatste voorstellingen in de oude setting (die van theater) betreft het 25-jarige jubileum van Louis Davids op 12 maart 1919.
Kleinkunst Nederland kwam massaal voor zijn jubileum naar het Rembrandt Theater. Onder de optredende en eerbrengende artiesten o.a. Nap de la Mar, Zorah Dorley, Cor Ruys en Fientje de la Mar. Allen stonden op het podium om Louis Davids de loftrompet te steken. Ook Max Gabriël was naar Amsterdam gekomen om zijn mooie herinneringen aan Louis Davids met het publiek te delen. (Bron: Algemeen Handelsblad van 13 maart 1919 Lees hier het artikel )
In mei 1919 gaat het theater dicht om te worden verbouwd. Niet dat het theater verouderd zou zijn, maar omdat het theater een bioscoop moest worden. Het is De Telegraaf van 12 september 1919 die het meest uitgebreid ingaat op deze verbouwing. Waar de schrijver erg tevreden over is, is het feit dat de dreiging van het overhangende (derde) balkongedeelte voorbij is. Dit hing blijkbaar zo ver over het zaalgedeelte heen, dat men blijkbaar regelmatig de neiging had om ongerust naar boven te kijken. Er is genoeg in geïnvesteerd, zozeer zelfs dat De Telegraaf niet om de Duitse uitdrukking: ‘Geld spielt keine Rolle’ heen kan. (Bron: De Telegraaf van 12 september 1919 Lees hier het artikel )
Drie jaar later wordt pas duidelijk wie er achter het bioscoop verhaal zit. In 1919 werd het Rembrandt Theater gehuurd door de maatschappij Neerlandia met als enige aandeelhouder de Duitse UfA (UfA staat voor: Universum Film AG – Aktiengesellschaft, vergelijkbaar met onze Naamloze Vennootschap). Dit bericht komt oorspronkelijk van De Telegraaf, maar wordt aangehaald door De Tribune van 4 september 1922. Het artikel gaat over de benoeming van een nieuwe directeur, de heer J. ter Linden (= Jacobus Mattheus Petrus ter Linden). Hij heeft zijn sporen verdiend in de bioscoopwereld als directeur van de Victoria-Bioscoop (Amsterdam).
„In dat Amsterdamse theater, hetwelk ongeveer drie jaar geleden door de maatschappij „Neerlandia" (waarvan de Duitsche „Ufa de enige aandeelhoudster is), werd gehuurd, is namelijk een nieuwe directeur benoemd, de heer J. ter Linden, vroeger directeur van de Victoria- Bioscoop, terwijl de bedrijfslijder, de heer J. Hoelen, die jaren lang leider was van het Union- Theater op den Kurfürstendam en die positie had opgegeven om in het Rembrandt- Theater de leiding op zich te nemen, ontslagen werd en met hem de leden van het orkest, de operateur en enige programmajuffrouwen. In het Edison- Theater op de Elandsgracht volgden eveneens ontslagen. Dit theater is eveneens in handen van de „Ufa", benevens het Luxor-Theater te Rotterdam. In de Cinema Palace te Amsterdam, is de „Ufa" verder financieel geïnteresseerd".
(Bron: De Tribune van 4 september 1922 Lees hier het artikel )