Adri, die zijn naam ook vaak spelt als A3, combineerde iconen uit de popcultuur met beelden die hij vond in tijdschriften. Over deze gevonden beelden, zijn eigen foto’s en op dia gereproduceerde afbeeldingen projecteerde hij vloeistofdia’s en licht van overheadprojectoren (via een door een motortje aangedreven fietswiel met kleurfilters).
Achter het podium bevond zich een scherm over de hele breedte en hoogte van de zaal, maar ook de muzikanten zelf baadden in de caleidoscopische beeldenvloed. Hazevoet: “De zaal werd er groter en kleuriger door.”
Het balkon was toen nog niet toegankelijk voor publiek. Tegenwoordig maakt een VJ beelden met een Mac, die geprojecteerd worden door een beamer. Adri gebruikte een groot gedeelte van het balkon. Er stonden circa 20 dia-projectoren, 3 filmprojectoren, 5 projectoren voor vloeistof-dia’s, 3 overhead-projectoren en de dozen met dia’s. Adri: “ik had de beste spullen die in die tijd gangbaar, verkrijgbaar en betaalbaar waren.”
Setlist
Voordat de zaal open ging, werden van 7 tot 8 uur de spullen klaargezet. “Als je geluk had, kreeg je een setlist van de band. Maar dat kon nog helemaal veranderen. Sommige bands hadden ideeën over de projecties, maar meestal bedachten we het zelf.” Om 8 uur ging de zaal open en dan was er een openingsbeeld, dat een half uurtje kon blijven staan, soms met 16 mm filmpjes van Mickey Mouse of andere cartoons er doorheen geprojecteerd. Tijdens het hele concert waren Adri en zijn twee assistenten bezig om live ‘beelden te bouwen’ zoals ze het noemden. Geen seconde was hetzelfde. De dia’s stonden klaar in een stuk of 50 diamagazijnen, met elk 50 dia's. Spinning slides, bestemd voor projectoren waarmee rond-draaiende beelden gemaakt werden, zaten voor het gemak in een aparte doos.
Veel beelden maakte Adri zelf: collages met schaar en plakstift, die hij daarna op diafilm fotografeerde. “We speelden soms in op de actualiteit, met een foto van Nixon bijvoorbeeld. En ook op de artiest zelf. Voor het optreden van de Zangeres zonder Naam heb ik, samen met Gert Jan Dröge en Rik van Bentum , op het Waterlooplein zoetige prentbriefkaarten gezocht.” Hazevoet woonde vlak bij Paradiso. Elke week nam hij de voorraad dia's mee naar huis, om nieuwe toe te voegen en oude (tijdelijk) te verwijderen. In totaal heeft hij duizenden dia’s gemaakt.
Carrièrebreuk
“Gedurende de jaren '60 had ik een goede baan in de TV-techniek. Ik kon mezelf goede camera’s veroorloven en fotografeerde veel, onder meer de afbraak van Amsterdam in zwart-wit, later op kleurendia.” Geluids- en lichttechnicus worden bij Paradiso was een drastische carrièrebreuk, maar het leek Adri veel leuker. Hij werd met open armen ontvangen en ging als eerste zorgen voor een behoorlijke geluidsinstallatie. “Al spoedig bemoeide ik me met de presentatie van de programma's en deed ik de lightshow. Als vanzelfsprekend beschouwden de mensen in mijn omgeving me als een kunstenaar. Een technische (elektronica-)achtergrond was erg nuttig om al die artistieke ideeën ook uit te kunnen voeren.” In de eerste jaren van Paradiso werd de lichtshow gedaan door een groep Engelsen.
Amoebe-achtige patronen
Adri deed de lichtshow in wisselende samenstelling met Jolanthe, Marianne, Liene en Oscar, 4 a 5 avonden per week. Jolanthe of een van de andere medewerksters bedienden de vloeistofdia’s met een projectieapparaat waarin een dunne glazen schijf met een laagje verf en olie ronddraaide met als effect een amoebe-achtig patroon van kleuren. “Het was nogal smerig werk en ze baarden opzien als ze helemaal besmeurd met verf een pilsje gingen halen aan de bar. Alles was veel ongeregelder dan nu, er was geen Arbowetgeving.”
opgetekend door Annemarie de Wildt, conservator Amsterdam Museum, tijdens gesprekken met Adri Hazevoet