Hoewel de kaartverkoop het eerste jaar naar tevredenheid is, is er een financieel probleem ontstaan. Dit blijkt uit een speciale aandeelhoudersvergadering van de Amsterdamsche Explotiatie Maatschappij in december 1903. De uitgaven overstijgen de inkomsten. Tijdens deze speciale aandeelhoudersvergadering wordt gezocht naar de oorzaken. Uitgebreid wordt ingegaan op het toch wel erg ruimhartige uitgavenbeleid van de directeur, de heer Leo L. Levin. Hij heeft teveel gage betaald aan een aantal artiesten, soms wel 4 to 6 keer zoveel als gebruikelijk. Wat hem zeker wordt aangerekend, is het feit dat hij op een gegeven moment wel 40 kaaimannen op het toneel heeft losgelaten. Dit moet een toch wel heel bijzonder spektakel zijn geweest, al heeft dit de kranten niet gehaald. Dit spektakel kostte wel 10.000 gulden. Tegenover dit alles stond de wel heel karige betaling van bijvoorbeeld de orkestleden. Wat hem natuurlijk niet kan worden aangerekend, is het feit dat de bouwkosten het begrote bedrag van 6 ton ruim overschreden met 3 ton. (Bron: Algemeen Handelsblad van 11 december 1903 Lees hier het artikel )
Voor de directeur Leo L. Levin betekent dit, dat na ongeveer anderhalf jaar een einde is gekomen aan zijn directeurschap. Hij zal worden opgevolgd door een zekere Henri Verstraete, bekend van het Nouveau Cirque uit Gent. Heel lang heeft zijn directeurschap ook al niet geduurd, in juni 1904 neemt hij afscheid van het Rembrandt Theater.
Het moet een moeilijke tijd zijn geweest, wat in maart 1904 wordt bekend dat het NV Rembrandt Theater ‘in staat van faillissement’ is verklaard. De schuld wordt gelegd bij het slechte beheer door de voormalige directeur Levin. Gelukkig stelden de curatoren het theater in staat om de voorstellingen te laten doorgaan, maar wel onder toezicht van ‘bewakers’. Zolang de voorstellingen winst blijven maken is dit in belang van de crediteuren. De boeken en de afgestempelde kaarten worden daarvoor gecontroleerd. (Bron: Algemeen Handelsblad van 19-03-1904 Lees hier het artikel
Henri Verstraete wordt opgevolgd door Max Gabriël. Daarna lijkt het tij aardig te keren, er zijn veel voorstellingen, veel Duitse en ook Weense operettes. Eigenlijk te veel om op te noemen. Daarbij komt ook nog eens het probleem van de naam. Rembrandt – Theater is lastig opzoeken, beide woorden of begrippen komen in grote frequentie voor indien je op zoek gaat bij Delpher. Daarom heb ik mij beperkt tot het Algemeen Handelsblad. Dan nog, tussen 1904 en eind 1909 zijn er al 162 advertenties, waaronder de eerste waar Gabriël als directeur wordt genoemd. Lees hier het artikel.
Max Gabriël blijft directeur tot 1 september 1907 directeur blijven. Daarna wordt zijn plaats overgenomen door de heer Sternberg, echtgenoot van de bekende actrice en voordrachtkunstenares Willy Walden.
(Bron: Algemeen Handelsblad van 06-04-1907 Lees hier het artikel )
In de maanden daarna wordt regelmatig bericht over een afscheidsbijeenkomst voor Max Gabriël. Mocht die er al geweest zijn, hij wordt niet gememoreerd. Helemaal uit beeld verdwijnt Max Gabriël overigens niet, regelmatig keert hij terug in het Rembrandt – Theater met diverse gezelschappen. In 1909 wordt hij benoemd tot directeur van het nieuwe Schauspielhaus in Stuttgart.
De naam van Sternberg, zijn opvolger, is overigens nergens terug te vinden na bovengenoemde vermelding. Mogelijk dat er voor gekozen is de advertenties niet meer te verbinden aan de naam van de directeur.