Slagers heten vroeger vaak ‘vleeschhouwerij’ omdat ze zelf het vlees uitbeenden. De winkel is een rijksmonument dus aan de buitenkant mag niets veranderd worden. ‘De letters zijn bladgoud’, vertelt meneer Boules.
De winkel heeft een sierlijke opengewerkte deur in scharlakenrood, met twee zuilen en rijen met gele tegeltjes aan beide zijdes van de winkel. Vooral de richting van de deur maakt deze winkel mooi, verklaart Boules. Want je kijkt niet alleen op de Westerkerk of op de Keizersgracht, maar de diagonale winkeldeur biedt een wijds perspectief. Veel toeristen zijn nieuwsgierig naar de winkel en de hele dag lopen ze binnen, in de meeste gevallen om zonder aankoop weer naar buiten lopen. Maar dat maakt meneer Boules niet uit. Hij is blij met zijn werk: vergeleken met de horeca is het ‘rustig, netjes werk’. Tot twee jaar geleden had hij een cafetaria aan het Vondelpark, maar wegens gezondheidsklachten moest hij het rustiger aan doen.
Voordat meneer Boules zijn winkel opende, zat er een reisbureau. Via via heeft hij gehoord dat het pand vroeger het kantoor was van een slagerij. De vleeswaren werden bij de Westerkerk verkocht.