Little Feat heb ik nog wel in Paradiso gezien, met mijn zoon Jim, maar dat was in 2007. We stonden rechts op de galerij, zodat Jim, beginnend drummertje, op de virtuoze handen van Richie Hayward kon kijken. Lowell George, de briljante frontman, was toen al 28 jaar dood. In een laaiende recensie van het album Join the band in Het Parool kon ik schrijven dat de rest nog steeds briljant was.
Noodweer in Paradiso
De allereerste keer dat ik in Paradiso was - vrijdag 29 februari 1980 - kwam ik daar zelf optreden. Ik zong in de Rotterdamse band Noodweer, die voor het eerst, met de Stropdasreggae, op een plaat stond, de verzamel-lp Uitholling Overdwars, met bandjes die los van elkaar allemaal hadden besloten in het Nederlands te zingen. En zo klommen we, net als Toontje Lager, Braak en Dorpsstraat, vanuit de kleedkamerbunker over dat smalle trappetje naar dat legendarische podium.
Ik kan niet zeggen dat de zaal was afgeladen. Vrijwel niemand kende ons nog. Maar daar te staan, als een echte plaatartiest, had iets heel moois. Dorpsstraat dacht daar anders over, want de zanger gedroeg zich geïrriteerd wegens de geringe opkomst. Ik had alle aanwezigen bij wijze van spreken stuk voor stuk willen omhelzen.
Doe Maar stond ook op die plaat, met een soort disconummer. Zij konden later geheel op eigen kracht en in een mum van tijd Paradiso tot de nok vullen. Wij zijn wat dat betreft nooit verder gekomen dan een optreden een jaar later, tijdens een manifestatie van de PSP. Daarvan herinner ik me vooral een handgemeen tussen linkse en rechtse Marokkaanse jongeren. Alléén in Paradiso staan en niet als entr’acte bleef een fantasie. Goddank traden we wel op in De Melkweg, nota bene met Drs. P in het voorprogramma.
Nacht van de 45 Toeren
Ik heb zelf ruim twintig jaar later toch nog drie keer voor een vol Paradiso staan zingen, tijdens de Nacht van de 45 Toeren: Le Responsable van Jacques Dutronc tijdens de Franse nacht, Nee, oh, nee van De Kreuners tijdens de Surivlaamse nacht en – in tongbrekend Keuls dialect - Kristallnaach van BAP. Aan het eind van die Surivlaamse nacht prees ik mezelf extra gelukkig, omdat ik, met alle andere artiesten, in een groot achtergrondkoor zong terwijl de geweldige Raymond van het Groenewoud de finale deed met Liefde voor muziek.
Het was ook heerlijk in de catacomben muzikanten te horen spreken over die en die gitaar uit 1936, die zo lekker gruizig speelde. Of te horen hoe de bassist van de begeleidingsband reageerde op de zich omkledende Ellen ten Damme: “De dokter heeft gezegd dat dat slecht voor mijn hart is.”
Ik heb nog overwogen mijn handtekening op de door beroemde muzikanten volgekladde muur te zetten en dat toch maar niet gedaan. Het kostte moeite, maar ook en juist in Paradiso moet je je plaats weten.
Jos Bloemkolk was zanger en tekstschrijver van de Rotterdamse band Noodweer, die in 1983 een hit had met ‘In de disco’. Hij was redacteur van Het Parool waar hij ook, onder het pseudoniem Bob Frommé, een column had. Bob Frommé is nog steeds digitaal aanwezig op www.josbloemkolk.wordpress.com