Kracht door Oefening (7)

18 – jarig bestaan

In het eerste nummer van het jaar 1913 plaatst De Joodsche Prins opnieuw een tweetal foto’s met wat minder tekst, onder de titel: Athletencub “Kracht Door Oefening”. “Zaterdagavond 4 Januari j.l. gaf bovengenoemde club een welgeslaagden feestavond ter gelegenheid van haar 18 - jarig bestaan. De bekende Vlaamsche soubrette madame Sophie Smitt, Jongejuffrouw Tilly Kalkhoven en de heer Van Praag, humorist, hielpen mede den avond gezellig maken, terwijl de feestvierende vereniging door hare leden enige mooie staaltjes van krachtsport liet zien, die duidelijk lieten uitkomen, dat „Kracht door Oefening” een club van betekenis is. Vooral de mooie acrobatische standen, die hiernevens gereproduceerd zijn hadden veel bewondering.”

Het tijdschrift Krachtsport heeft ook aandacht voor dit feest ter gelegenheid van het 18 – jarige bestaan. Wel met een andere insteek: “Op 4 Januari j.l. heeft deze vereniging haar 18 jarig bestaan feestelijk herdacht, door het geven van een uitvoering in de groote zaal van Plancius, Plantage Kerklaan. De voorzitter opende ten 8½  uur met een toepasselijke rede waarin hij er op wees, dat men een 18 jarig tijdperk, doorgebracht in de “Krachtsport”, zeker niet met stilzwijgendheid mocht voorbijgaan. K. D. O. neemt toch ook een eerste plaats in, getuige de overwinningen harer leden. De nieuwe methode gewichtheffen links- en rechtstrekken zou door de leden aanschouwelijk worden voorgesteld. Het worstelen meende de voorzitter niet te moeten demonstreren in verband met den wedstrijd van Ursus, die op 12 Januari zal plaats vinden.” BRON: Krachtsport; worstelen, gewichtheffen, touwtrekken-maandblad van den Nederlandschen Krachtbond, jrg 2, 1913, no. 1.

Op dezelfde pagina inderdaad een verwijzing naar de genoemde wedstrijd met URSUS in Gebouw Plancius. Eén van de deelnemers was Moppes, de voorzitter van K.D.O.

Antisemitisme

De wedstrijden van januari 1913 kenden nog een zwart randje, zeg maar rand. Een ingezonden brief in dit nummer van Krachtsport is niet mis te verstaan. Bij deze drie fragmenten uit deze brief van Gerard Blitz. “Op den j.l. gehouden wedstrijd op 11 en 12 Januari in Plancius heerschte er zoo een verschrikkelijke antisemitische stemming, dat ik niet meer wist of ik onder sportvrienden was in een Amsterdamsch gebouw.” 

“Toen er Zaterdagavond geworsteld werd viel het me al dadelijk op, tijdens de partijen Van Maaren – Moppes en Van Maaren – Haringman hoe het publiek door schreeuwen en uitjouwen telkens blijken gaf van goedgezindheid tegenover Van Maaren, niet omdat hij Van Maaren en een Christen is, maar omdat zijn tegenstanders Joden zijn.” 

“Ik schreef dit stukje niet uit overdreven godsdienstgevoel, echter alleen uit een oogpunt van menselijkheid. De mensen moeten leren inzien dat, van welk geloof men ook zij, er slechts bestaat een tegenstander en dat er geloofskwesties totaal moeten buiten blijven. Eerder zullen onze wedstrijden nooit in volkomen orde aflopen.”

Een dag later gebeurde het tegenovergestelde, de niet-joodse sporter werd uitgefloten, inderdaad omdat hij niet-joods was.

OF NAAR: verhaal 8