Uit enkele korte artikelen in het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) in de jaren 1912-1913 blijkt dat er toch wel zorg is. Zorg vooral om het kinderkoor (jongenskoor) met haar 42 leden. Het kinderkoor dat door de vertrekkende dirigent Duque is samengevoegd met het mannenkoor van Santo. Het vertrek van de heer Duque kwam aanvankelijk als een schok:
Toen het bericht des heeren Duque's benoeming bekend werd, maakte zich van de leden der Zangvereeniging een gevoel van ontstemming meester. Welk een teleurstelling! Zóó kort vóór de feestdagen den verdienstelijken dirigent te moeten missen, die zich juist met het oog op het feest, zooveel moeite had gegeven om het kinderkoor voor zijn taak te bekwamen! Spoedig was men echter over de teleurstelling heen, bleef slechts een gevoel van vreugde over het eervolle der benoeming.
(Bron: Het NIW van 29 maart 1912)
Deze samenvoeging die als een proef was begonnen, bleek een succes. Helaas blijkt in augustus 1912 (tijdens de jaarvergadering van Santo) dat de aangevraagde subsidie van ƒ 250,- is geweigerd. Of de proef daarmee ten einde komt, is op dat moment nog onduidelijk. Of het kinderkoor nog dienst kan doen is maar de vraag. Een jaar later (vermeld in het NIW van 6-6-1913) wordt alsnog een bedrag van ƒ 150,- toegezegd (door de vergadering van de Kerkenraad van de Port. Isr. Gemeente te Amsterdam). Eventuele overige kosten worden door de vereniging Santo zelf gedragen.
In 1918 bestaat de samenwerking tussen mannen- en kinderkoor nog wel in ieder geval. Het gaat hier om een optreden in Theater Bellevue. De dirigent van het koor (maart 1918) is Jacob Hamel, het is zijn eerste optreden. Jacob Hamel zou bekend worden als de oprichter van het AVRO-kinderkoor.