Jacobus Lob, na de Distel (86) het weeshuis – dl.3

Het overlijden van Jacobus Mozes Lob en de herdenking in Het Nederlandsch Israëlitisch Jongensweeshuis

Verteller: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Auteur: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Valckenierstraat

“De gordijnen zijn neergelaten, de lichten ontstoken. De voorzittersstoel is onbezet en door een zwart koord afgesloten.”

Blik in de synagoge van het Jongensweeshuis Megadle Jethomim, bron: De Joodsche Prins van 10 okt. 1912.

Blik in de synagoge van het Jongensweeshuis Megadle Jethomim, bron: De Joodsche Prins van 10 okt. 1912.

Na het overlijden op 19 februari 1942 wordt er gerouwd en gememoreerd. In het eerder genoemde notulenboek bijvoorbeeld wordt uitgebreid stilgestaan bij zijn overlijden. De herdenkingsbijeenkomst was in de regentenkamer van het weeshuis. Deze speciale bijeenkomst op zondag 22 februari 1942. Twee dagen eerder was de teraardebestelling. In het notulenboek wordt naar meerdere toespraken verwezen. De waarnemend voorzitter Gompen hield een toespraak. Het belangrijkste heb ik hieronder opgenomen in twee afbeeldingen.

Het fragment (dl. 1) van de toespraak / rede van S.E. Gompen na het overlijden van Jacobus Lob. Bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Het fragment (dl. 1) van de toespraak / rede van S.E. Gompen na het overlijden van Jacobus Lob. Bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Het fragment (dl. 2) van de toespraak / rede van S.E. Gompen na het overlijden van Jacobus Lob. Bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Het fragment (dl. 2) van de toespraak / rede van S.E. Gompen na het overlijden van Jacobus Lob. Bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Bijzonder was de aanwezigheid van de twee schoonzoons van Lob (L. van der Heijden en F.C. van den Bergh). Eén spreker die ik hier nog noem is die van Abraham Soep die namens De Joodse Raad sprak. Hij herinnert zich het verdriet van Lob toen hij hoorde van de gewijzigde omstandigheden in en bij het weeshuis. Hij doelde op het ingrijpen van de Duitse bezetter en de overname van het weeshuis door De Joodse Raad. Andere sprekers waren ondermeer de rabbijn Philip Coppenhagen, M. de Bruin als hoofd van de school van het jongensweeshuis en de heer Zwanenweber namens de Ries-stichting. Ter afsluiting spreek de schoonzoon L. van der Heijden die zijn dank namens de familie uitspreekt voor de betoonde belangstelling zoals bijvoorbeeld ‘deze bijeenkomst’.

Tot slot meldt de heer Gompen nog dat er in de synagoge van het Weeshuis op 8 maart een plechtige herdenking zal zijn. Een aantal dagen op 13 maart 1942 later schrijft Het Joodsche Weekblad: “In het als op Hooge Feestdagen getooide Godshuis werden allereerst door de weezen onder leiding van den heer K. Caneel psalmen gereciteerd, waarna het middaggebed werd verricht, waarbij de heer S. H. Englander in mineurtoon op stichtende wijze ais voorzanger voorging.” Tijdens deze plechtige herdenking hield de rabbijn Coppenhagen een uitgebreide rede. Deze is opgenomen in het notulenboek, in het handschrift van de rabbijn. Het is een lange rede, vol van mooie woorden met heel veel waardering voor Lob. Daarna volgde nog een rede uitgesproken door E. Asscher Hij was bestuurslid van het jongensweeshuis.

Vijf maanden later

Het is inmiddels augustus 1942 als in Het Joodsche Weekblad vermeld wordt dat Mevrouw J.E. van der Heijden is benoemd / geïnstalleerd is als lid van het damescomité. “De Voorz., de heer S. E. Gompen, wees er in zijn toespraak op, dat niet alleen omdat zij een telg is uit het huis Lob, de keuze op haar is gevallen 65 jaar geleden trad haar grootvader, 32 jaar geleden haar vader in het bestuur van het weeshuis maar ook omdat zij zich door haar werkzaamheid op Joodsch philantropisch- en maatschappelijk terrein onderscheiden heeft. Haar nieuwe functie zal geen sinecure zijn, het aantal verpleegden immers is tot 82 gestegen.”

En

“Mevrouw v.d. Heyden heeft in een vlotte toespraak van de tot haar gerichte vriendelijke woorden en voor het in haar gestelde vertrouwen bedankt. Zij zal trachten haar werk zóó te doen, dat haar vader er tevreden over zou zijn geweest.”

Onderaan de epiloog uit het Notulenboek, hierin wordt uitgelegd hoe het komt dat het boek bewaard is gebleven, met een beschrijving van de laatste maanden van  het weeshuis.

Terug naar de inhoudsopgave

OF NAAR: Verhaal 87

Alle rechten voorbehouden

77 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Epiloog (dl. 1) van het notulenboek, geschreven door S. Roet, bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Epiloog (dl. 1) van het notulenboek, geschreven door S. Roet, bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Epiloog (dl. 2) van het notulenboek, geschreven door S. Roet, bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Epiloog (dl. 2) van het notulenboek, geschreven door S. Roet, bron: Notulenboek Megadle Jethomim, SAA.

Geen reacties

Voeg je reactie toe