Frits Slicht
Bijna exact een jaar later, maart 1934, is er opnieuw onrust over de vertoning van een film in het Rembrandt - Theater. Deze keert gaat het om de film ‘Vluchtelingen’. Het is opnieuw De Tribune die stelling neemt tegen de vertoning van deze ‘fascistische film in dit fascistische theater’. Opnieuw veroordeelt de krant ook nu weer ‘het brute politieoptreden’. (Bron: De Tribune van 6 maart 1934. Lees hier het hele artikel )
Andere kranten melden verder weinig over deze incidenten.
De laatste film die opmerkelijk is te noemen is de vertoning van de antisemitische film: Jud Süss. Deze film wordt vertoond in de maand januari 1941. Ik geef verder geen beschrijving van wat de door velen wordt beschouwd als de meest antisemitische film van het Naziregime. Daarvoor verwijs ik naar DIT ARTIKEL . Zowel het Algemeen Handelsblad als de krant De Tijd heeft een artikel over de vertoning in het Rembrandt – Theater. Beide kranten komen met een neutrale beschrijving van de film en wagen zich niet aan een oordeel. Advertentie voor de film ‘Jud Süss’, bron: het Algemeen Handelsblad van 23-01-1941 
De film wordt ook in andere steden vertoond, de meeste lokale kranten beperken zich tot de aankondiging. De krant die zich wel degelijk aan een oordeel waagt, is Het Nationale Dagblad: voor het Nederlandsche Volk van 25-01-1941. (Bron: Lees hier het artikel )
Het Nationale Dagblad is de krant van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB). Het is niet verwonderlijk dat deze krant het antisemitische karakter alleen maar benadrukt. Dit blijkt alleen al uit de titel van het artikel: ‘Veit Harlan's nieuwe meesterwerk „Jud Süss”: de belichaming van joodsche duivelachtigheid’. Veit Harlan is de regisseur en hij werd toen alom geroemd, niet alleen in de NSB krant overigens. Zeer kort verslag van de politie betreffende de vertoning van de film Jud Süss. Bron: SAA inv.nr. 5225 - 4886 (nr. 35) 
Van enig protest is helaas niets bekend. Als er al protesten zijn geweest, dan heeft geen enkel krant zich daaraan gewaagd. De Politie heeft op 24 januari 1941 met vijf man van de Centrale Recherche de film in het Rembrandt – Theater bekeken. Bijzonderheden hebben zich volgens de heren niet voorgedaan, de zaal was grotendeels gevuld met soldaten van de Duitse Wehrmacht.