Het volgende grote evenement van Mogein Dowied is het organiseren van het jeugdkamp van 20 tot 27 augustus 1939, in het fraai gelegen Landhuis Koepel Westermeerwijk in de uitgestrekte bossen van Berg en Dal bij Nijmegen. Voorafgaande is er een ouderavond om de ouders te informeren. Op deze ouderavond voert ook Mozes Heiman Gans het woord. Hij wijst op de grote problemen die ‘thans het Jodendom beroeren’. Iedereen, dus ook de jonge leden van Mogein Dowied, neemt kennis van de nood en de ellende die ons omringen. Naast materiële steun is vooral morele en geestelijke steun nodig. Hij besluit met de zakelijke mededeling dat de gezonde ontspanning te vinden zal zijn in het jeugdkamp met de aansporing aan de ouders om hun kinderen (van 13 tot 20 jaar) op te geven voor het kamp. Tijdens deze bijeenkomst is er voor het eerst ook sprake van Mogein Koton, een nieuwe naam voor de onderafdeling van de jongste leden (van 9 tot 13 jaar). De avond wordt afgesloten met het koor van HB. Opmerkelijk in de wetenschap dat HB zich een paar maanden later aansluit bij Toutseous Chajjiem.
Het enthousiasme van de leden om deel te nemen, is zo groot dat besloten wordt een apart kamp te organiseren voor de jongste leden. De organisatie is in handen van het bestuur van Mogein Koton. Drie dagen, op 28, 29 en 30 juli, zullen de jongens en meisjes doorbrengen in Blaricum in Het Gooi. Later blijkt dat ook niet-leden zich hebben ingeschreven, het enthousiasme is groot. Beide kampen zijn een groot succes, er wordt dan ook met veel fraaie woorden verslag gedaan in diverse nummers van het NIW. Hoeveel kinderen er precies zijn mee geweest, is niet bekend. Van het achtdaagse kamp waren op een bepaald moment wel al 90 kinderen ingeschreven.
Met de grote successen van het jaar 1939 is, zeker achteraf, een einde gekomen aan het bestaan van Mogein Dowied. Met uitzondering van een aantal ouderavonden vinden er geen grote bijeenkomsten meer plaats. Wel zijn er zorgen, grote zorgen zelf, over de toekomst. Het bestuur tracht er wel de moed in te houden. Er wordt vooral aan ontspanning gedacht, want er dreigt een gevaar van onevenwichtigheid, stuurloosheid en defaitisme. Dit moet bestreden worden: “Het vorige jaar stonden dagreisjes, avondtochten, een kamp op het programma, dit jaar zal het uitvoeren van verschillende sporten ten sterkste door „Mogein Dowied" worden bevorderd. Een zwemclub is al opgericht, pogingen worden aangewend om te komen tot oprichting van een roei- en voetbalafdeling. Ook dam, schaak, tafeltennis, worden druk beoefend. De nieuwe clublokalen Westeinde 3 voldoen uitstekend, in het bijzonder ook bij de Sjoeldiensten, welke „Mogein Dowied" er iedere Sjabbos morgen voor leden - anderen zijn ook welkom - belegd.” (Bron: het NIW van 26-07-1940)
In juli 1940 wordt ook besloten om de afdeling van de jongste leden ‘voorlopig te sluiten’. Dit is in goed overleg besloten zodat er meer aandacht geschonken kan worden aan de leden vanaf 13 jaar. Of dit mogelijkerwijze samenhangt met het grote aantal leden dat in 1939 is vertrokken, is onduidelijk. Ik doel hiermee op de lijst met ongeveer 200 aftredende leden. Het gaat om jongens en meisjes van verschillende leeftijden, jonger en ouder dan 13 jaar. Onder hen ook de dochter van de dirigent van Mogein Dowied, Lea Englander (Bron: JCK onder Objectnummer D013508) Op geen enkele manier wordt gerefereerd aan dit grote aantal aftredende leden.
De allerlaatste vermelding van Mogein Dowied dateert van augustus 1940. Het betreft de gebruikelijke aankondigingen van de bijeenkomsten.