Vanaf het begin volgt men in de pers de concerten van de Orkestschool. Het tijdschrift Caecilia is misschien wel de beste bron. Niet alleen wordt een recensie geschreven, maar altijd wordt het programma opgenomen (wel op een andere pagina). De recensies zijn over het algemeen lovend.
Een tweetal voorbeelden uit het jaar 1893: “Precies het grote orkest van Kes in 't klein, hoorden we gisteravond iemand zeggen, die, evenals wij, met grote ingenomenheid de uitvoering bijwoonde van de Orkestschool van den heer Kes in de kleine zaal van het Concertgebouw. Inderdaad, dien indruk kreeg men. Een kleiner aantal, kleiner gestalten, een kleiner zaaltje — maar dezelfde dirigeerstaf en het beginsel van dezelfde eenheid, gepaard aan volmaakte ontwikkeling van elk onderdeel, waardoor het grote orkest vermaard is geworden. Bovendien zag men enkele bekende krachten uit het Concertgebouw, die als mentors optraden, o.a. de heer Mossel en mej. Winzer.” Bron: Het Alg. Handelsblad van 07-03-1893
“Geenszins ligt het in mijn plan elk dezer nommers te bespreken; ik zal mij bepalen tot de vermelding, dat wederom blijk is gegeven van het voortreffelijk onderwijs aan deze school gegeven, van den grote ernst waarmede de onderwijzers hunne taak vervullen, van de toewijding die zij, daarin door den heer Kes voorgegaan, aan den dag leggen. Alleen daardoor is het mogelijk zulke gunstige resultaten te verkrijgen; alleen daardoor worden leerlingen gevormd, die, behalve hun reeds veel belovend talent als solist, in staat zijn, met medewerking van eenige leden van het Concertgebouworkest, een gedeelte van Haydn's zevende Symphonie zóó prijzenswaardig te vertolken, alsook in de uitvoering van Kamermuziek-werken, als: eerste deel van Beethoven's Trio, op. 11 , eerste deel van het Dubbel-kwartet van Spohr, benevens de twee eerste delen van Beethoven's Kwartet op. 18 , zoovele bewijzen van bekwaamheid te geven.” Bron: Caecilia; algemeen muzikaal tijdschrift van Nederland jrg 50, 1893, no 17, 15-07-1893 (schatting)
In 1894 komt Ary Belinfante bij de Orkestschool. Volgens De Telegraaf van 9 dec. 1893 is hij in dat jaar al begonnen als pianoleraar. Het betreft een aankondiging van een ‘Zitting tot aanneming van leerlingen’.
Zijn naam kom ik daarna tegen in een aankondiging van een lezing in het Paviljoen Vondelpark. Hij is daar als leraar van de Orkestschool. Het onderwerp: „Muziek, haar taak bij de opvoeding, hare roeping in het leren van den beschaafden mensch." Bron: Alg. Handelsblad van 11-03-1894.