Het Oud-Hollandsche Snoepwinkeltje

In dit nieuwbouwpandje met grote glaswanden en opmerkelijk afgeronde hoek opende Mariska Schaefer(dochter van de legendarische jaren ’80-wethouder Jan Schaefer), tot dan toe werkzaam in een avondwinkel in de Leidsestraat haar Oud-Hollandsche Snoepwinkeltje.

Mariska Schaefer in haar snoepwinkeltje

Mariska Schaefer in haar snoepwinkeltje Door: Marja Heimering

Alle rechten voorbehouden

In het grootste deel van de vorige eeuw was op dit adres een bakkerij, waarvan in de jaren ’60 alleen nog het onderstuk overeind stond en die rond 1980 werd gesloopt. Met haar nieuwe nering haakte Mariska Schafer aan bij een oude Jordaantraditie:  eind 19de en begin 20ste eeuw barstte de buurt van de kleine snoepwinkeltjes of snoeptafels behorend bij kruidenierszaakjes en zo.  Ook waren er huisvrouwen die wat bijverdienden met zo’n snoeptafel en soms daarnaast nog als ‘porster’ (menselijke wekker). 

Theo Thijssen: 

“Als een monument van goede en vaste geregeldheid staat in mijn herinnering de `snoeptafel'. Overal in de buurt was een keldertje waar een snoeptafel stond; met mooi weer stond-ie zelfs buiten, op de straat. Theoretisch mochten wij niet snoepen en we waren dan ook lang niet zulke vaste klanten van de snoeptafel als sommige andere kinderen. Maar och, een enkele keer kregen we wel van deze of gene een cent of een halve cent en genoten dan ook dubbel de weelde van 't kopen aan de snoeptafel. Op de snoeptafel lag een schone krant en daarop stonden de ver¬schillende schoteltjes met lekkers. Pepermuntstokken, twee voor een cent, daar kon je zo gezellig een prachtige lange punt aan zuigen. Gewone suikerballetjes, vier voor een cent, die kocht ik nooit. Kaneelhompen, twee voor een cent; als je er een in je mond had, was je hele wang dik en ze smaakten voortreffelijk, maar ik kocht ze zelden, want als je er maar even per ongeluk op beet, gingen ze al fijn en dan waren ze gauw weggesmolten.(…)  Drop had je in drie soorten. Een lange veter zoete drop kostte een halfje; kleine anijsdropjes kreeg je er tien voor een halfje; de duurste was laurierdrop, vier rolletjes aan elkaar voor een cent. Voor laurier¬drop had ik een zwak, die was zo heerlijk prikkelend bitter. Onbegrijpelijk goedkoop  een halve cent  waren de scharen en brillen van lichtroze suiker; ze smaakten zwak zurig-zoet en met een klein stukje in je mond deed je een hele tijd.”

Alle rechten voorbehouden

2630 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe