In 1849 start de school, een lokaal, met 37 kinderen. Maar de groei is stevig en in enkele jaren later groeit de school van 376 naar 800 kinderen. Of het om Rapenburgerstraat 52 gaat is niet helemaal duidelijk, de nummering was toen anders (het adres was toen V 512).
Over het ‘dagelijkse leven’ van de school is niet veel bekend. Wel vond ik een verwijzing naar een kinderfeest naar aanleiding van het examen op de bewaarschool voor behoeftige Nederlands Israëlitische kinderen in de Rapenburgerstraat. Het betreft het jaar 1852. De kinderen worden onthaald, onder andere met een uitdeling van kledingstukken aan niet minder dan 125 kinderen:
“Gisteren werd op een der armen - bewaarscholen onzer stad een kinderfeest gevierd, zoals meermalen op die scholen plaats vindt, en waarvan wij altijd met genoegen gewagen. Wij bedoelen het examen op de bewaarschool voor behoeftige Nederlandsch Israëlitische kinderen; in de Rapenburgerstraat, welke school, alleszins doeltreffend gebouwd en ingericht sedert 1849 bestaat en 400 kinderen telt. Zij, die naar godsdienstige armenscholen werden overgeplaatst, ontvingen tevens ereprijzen, terwijl allen buitengewoon werden onthaald. Jl. Woensdag werd dit examen voorafgegaan door een uitdeling van kledingstukken aan niet minder dan 125 kinderen, hun verschaft door de liefderijke bemoeiingen der ten dien einde werkende Dames - Vereniging. Genoemde school mag zich in toenemende bloei verheugen, heeft de goedkeuring van bevoegde beoordelaars mogen verwerven, en is toegankelijk voor ieder, die belang stelt in de verstandelijke en zedelijke beschaving der minvermogende jeugd.”
Alg. Handelsblad van 14-09-1852
Genoemde damesvereniging zal zich actief blijven inzetten voor deze school (zie de afbeelding).
De commissie belast met het beheer
De groei is groot, in 1867 zijn er al ruim 800 kinderen. De opstellers van eerder genoemde circulaire verklaarden al in 1849 dat hun taak volbracht was. Voor deze ‘commissie ter oprichting’ is nu een ‘commissie belast met het beheer’ in de plaats gekomen. De nieuwe commissie beheert niet alleen, zij kijkt ook naar uitbreiding. Vanwege een gebrek aan eigen financiële middelen doen zij daarom ook een beroep op de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge (NIHS). In 1867 wordt een subsidie verstrekt van ƒ 500.