Helaas moet Jacques N. Kattenburg meedelen dat zijn broer Jacques L. Kattenburg is verhinderd. En dat is jammer, want hij is toch de eigenlijke stichter van de fabriek.
Aan het slot van zijn betoog spreekt hij hartelijke dankwoorden aan het adres van de heer Kukenheim. Niet alleen vanwege het organiseren van deze avond, maar ook omdat de heer Kukenheim 'de Maatschappij' gaat verlaten. Hoewel de tekst niet geheel duidelijk is, vermoed ik dat hij 'met pensioen' gaat. De heer Kukenheim ontvangt van de heer Kattenburg een 'stoffelijke blijk van waardering’ die door een ontroerde heer Kukenheim in ontvangst wordt genomen.
Na de toespraken volgt het feestprogramma. Er wordt in eerste instantie een toneelstuk, een blijspel, opgevoerd. De uitvoering is in handen van de toneelvereniging 'Willem van Zuylen' in samenwerking met een aantal personeelsleden. Dankzij een goede leiding en voorbereiding was het een geslaagde voorstelling.
Daarna volgde koorzang door het personeel. Terwijl er naar het koor een ode brengt aan de directie worden op het scherm portretten vertoond van alle patroons. Dat was voor de heer Maurits Kattenburg reden genoeg om ook het woord te nemen. Hij dankt voor de mooie voorstelling en hoopt dat 'het altijd zo mag blijven'. Dat hij naar aanleiding van het opgevoerde blijspel het woord neemt, kan samenhangen met het feit dat hij een redelijk succesvol amateur acteur is.
De familie Kattenburg bestond, voor zover ik heb kunnen nagaan, uit vader Levie Abraham Kattenburg en moeder Grietje Kattenburg-Diamant en 13 zoons!
Daarna wordt het feest afgesloten met een bal en een souper. Het geheel stond onder leiding van Maurice Polak. Tijdens het souper wordt meerdere malen getoost op de goede verstandhouding tussen de patroons en het personeel. Een goede verstandhouding tussen directie en ondergeschikten is, zo blijkt wel uit deze avond, heel goed mogelijk.
Voor hen die uitgebreid kennis willen nemen van de geschiedenis van deze memorabele firma, ga naar het lange artikel in Ons Amsterdam,Nummer 3: Maart 2009: Regenjassen en oorlogsleed