Naast de diverse feesten, jubilea en dergelijke werd er nog wel gewoon gesport. Nog steeds wordt worstelen als een bijzondere vorm van atletiek beschouwd. Zo werden ook de worstelwedstrijden van augustus 1929 gezien. De krant Het Volk van 27 augustus gaf het zelfs de kwalificatie ‘zware athletiek’. De wedstrijden waren georganiseerd in het gezellige ‘klublokaal’ van K.D.O. in de Rapenburgerstraat. In genoemd klublokaal werd een invitatiewedstrijd gehouden tussen worstelaars van de Amsterdamse verenigingen D.O.K, Ursus, De Halster. Hercules en K.D.O. Het was aan Jacob van Moppes om de prijzen uit te reiken.
Het jaar 1930
In het jaar stond het 35 – jarige jubileum van K.D.O. op het programma. Wanneer het een en ander aanvankelijk zou moeten plaatsvinden was niet duidelijk. Wat wel duidelijk was dat het feest werd uitgesteld vanwege het plotselinge overlijden van mevrouw Van Moppes – Haringman.
Uiteindelijk vond het feest plaats in Gebouw Waterloo aan het Waterlooplein 35 op zondag 26 oktober 1930. De krant Het Volk is aanwezig en spreekt van een meer dan geslaagd feest (datering 27 oktober 1930). Sprekers van verschillende verenigingen en van het hoofdbestuur van de Krachtsportbond spraken hun waardering uit voor K.D.O. en halen herinnering van vervlogen tijden aan.
In het tijdschrift Krachtsport is het een zekere G.A.M. Brands die een artikel schrijft over K.D.O.: “Vijf en dertig jaren, een menschenleeftijd, waarin veel kan gebeuren, bestaat reeds K. D.O., ongebroken en onafgebroken als een der oudste leden van den N.K.S.B. Geweldig is K.D.O. nooit geweest, maar in trouwe vriendschap, ondanks haar kritiek aan het Hoofdbestuur, heeft zij nimmer behoeven onder te doen voor haar zusterverenigingen. Kapitaalkrachtig is K.D.O. evenmin, maar wanneer er geld noodig was, wist haar bestuur te bedelen op even energieke wijze als de „Joodsche Invalide” dit weet te doen, evenwel met die uitzondering, dat andere denkenden er meer van mochten profiteeren dan K.D.O. zelf. Ondanks hare mindere geweldigheid, of uiterlijk minder krachtig vertoon, heeft K.D.O. in zijn altijd jeugdige leiders niet te evenaren vechters gekend. Ik heb van Moppes te Delft, ik meen in ’96, voor ’t eerst zien worstelen, dat de spaanders er af vlogen, ogenschijnlijk moest hij gekraakt worden door zijn veel zwaarder wegenden tegenstander, maar geen nood, hij werd niet gekraakt en veel later de ontmoetingen tussen hem en Snijdoodt, hem en A. Lelie, op Houtrust te Haarlem, verschaften een groot genoegen door het élan waarmede de grimmige van Moppes meermalen de leiding nam. Ik heb de overtuiging dat de leiders van K.D.O. met mij zullen erkennen, dat de ervaring van vijf en dertig jaren ons toch heeft moeten leren, dat het worstelen te Delft schonere resultaten opleverde dan het tegenwoordige worstelen op punten. Mijn beste wensen vergezellen K.D.O., G. A. M. BRANDS.” BRON: Krachtsport; orgaan Ned. Krachtsportbond, jrg 11, 1930, no. 143, 1930
Terug naar de: Inhoudsopgave
OF NAAR: Verhaal 20