Waarom Mogein Dowied?
Met Mogein Dowied kwam ik in aanraking door mijn onderzoek naar de Joodse dirigent Samuel Henri Englander. Uit mijn onderzoek blijkt dat hij vele koren heeft gedirigeerd. Englander wordt in januari 1937 of eind december 1936 gevraagd om dirigent van het koor van Mogein Dowied te worden. De exacte datum is niet bekend, wel dat zijn eerste repetitie plaatsvond op zondag de 24ste januari 1937. Hij neemt die taak over van de bekende dirigent Jacob Hamel. Deze kon zijn andere drukke werkzaamheden niet langer combineren met het repeteren en dirigeren van Mogein Dowied.
Met Englander krijgt de vereniging Mogein Dowied een gerenommeerd dirigent in huis. Hij is al lange tijd dirigent van het ‘Koor van de Grote Synagoge’, het ‘Amsterdamsch Joodsche Koor’ en van ‘Kunst en Strijd’ (een socialistisch koor uit Amsterdam Noord). Met deze en vele andere koren heeft Englander veel lof geoogst en ook vele prijzen gewonnen.
Waarom Samuel Henri Englander?
Englander is een druk bezet dirigent en het is dan ook de vraag waarom hij het dirigentschap op zich neemt. Het kan zijn dat het een geldkwestie is. Voor zover ik heb kunnen nagaan heeft hij nooit een vaste aanstelling en dus ook nooit een vast salaris gehad voor zijn dirigentschap. Niet bij het Grote Synagoge en ook niet bij Kunst en Strijd.
Een andere reden kan zijn dat hij het werken met kinderen zeer op prijs stelde. Englander werkte meerdere jaren als muziekdocent voor de onderwijsinstellingen van ‘Kennis en Godsvrucht’. Zo is hij vanaf 1927 vanaf de opening betrokken bij de Joodse ULO (de eerste locatie zat in de Tweede Boerhaavestraat). Later komen daar nog de twee basisscholen bij: de Palacheschool en de Herman Elteschool bij.
Hoewel er grote waardering is voor zijn functioneren, wordt hij in 1935 door Kennis en Godsvrucht ontslagen. Het is een pure bezuinigingsmaatregel. De crisistijd van de jaren dertig heeft zijn weerslag op het onderwijs. Opvallend is dat ook een godsdienstleraar, de heer Bachrach, wordt ontslagen. Beide functies worden vanaf dat moment ingevuld door ‘volontairs’ (vrijwilligers). Dit lijkt in tegenspraak met de toespraak die Felix Israël, het hoofd van de Joodse ULO, bij de opening van deze school in 1927 hield: “Spesiaal werk is verder gemaakt van het zangonderwijs, dat onder leiding staat van den bekenden koordirigent den heer Englander. Het voortgezet- en herhalings-godsdienstonderwijs zal er toe meewerken de kinderen te doen opgroeien tot goede Joden en Jodinnen, en tot nuttige leden der maatschappij, die hun ouders en opvoeders tot vreugd en steun zullen worden en ons Joodsche volk tot eer mogen strekken (toejuichingen).” Bron: Het NIW van 09-09-1927