Frits Slicht
Een kleuterhuis
Ondanks nadelige saldi besluit het bestuur van de vereniging in juli 1927 om te komen tot (nog) een kleuterhuis voor pretuberculose kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar oud. Het financiële begin is er al door een gift van 5000 gulden van een in het buitenland verblijvende Nederlander. Lang niet genoeg voor de aankoop van een gebouw, maar men hoopt op vele bijdragen uit het land. De hoop is dat het 25-jarige jubileum in 1928 kan worden opgeluisterd met dit kleuterhuis. Maar nog geen half jaar later kan al worden gemeld dat er een pand is aangekocht. Het gaat om de Villa Roosterhoe(c)k te Baarn dat al enige tijd te koop stond. De officiële opening van het kleuterhuis is op 6 oktober 1928, 25 jaar na de oprichting van Trein 8.28! Zoals gebruikelijk bij dit soort bijeenkomsten werden er de nodige toespraken gehouden. Zeker nu bij het 25-jarige jubileum van de vereniging. Maar in de kranten die dit alles vermelden, blijkt helaas geen ruimte om iets te onthullen over de inrichting. Keurig ingericht en luchtig was het en daar moeten we het mee doen.
De loterij
Maar echt klaar voor gebruik is het niet, dat blijkt als de vereniging in mei 1929 toestemming krijgt (via Koninklijke Bewilliging) om een loterij te organiseren. 40 duizend loten van ƒ 2,50 mochten er worden verkocht. Ten einde de kosten te dekken voor de oprichting van het kleuterhuis te Baarn. Prijzen zijn o.a. een huis, een auto en een piano. Via de Amsterdamsche Raad voor Kinderuitzending (A.R.K.) wordt een subsidie verkregen ten hoogste van 12.000 gulden ten behoeve de uitzending van kinderen tot 6 zes jaar in een daarvoor ingericht kleuterhuis. De trekking was op woensdag 18 december 1929 in de Militiezaal aan de Singel. Een dag later wordt alleen nog bekend gemaakt wie de hoofdprijs heeft gewonnen. Villa Roosterhoeck Baarn het Kleuterhuis. Arnhemsche Crt. van 13-10-1929. 
Terwijl de vereniging zich aan het profileren en aan het uitbreiden is, speelt er een ‘merkwaardige beroepsprocedure’ (in de woorden van De Telegraaf van 20-11-1928). De voorzitter Dr. Abrahams was in beroep getreden tegen een uitspraak van de Rijksverzekeringsbank waarin werd gesteld dat de vereniging krachtens de Ongevallenwet van 1921 verzekeringsplichtig was verklaard, verbonden aan het houden van sanatoria te Soest en Petten. Het ging in deze kwestie vooral over het gebruik van het begrip sanatorium. Volgens Dr. Abrahams niet, omdat het hier niet zou gaan om zieke kinderen. Maar de Centrale Raad van Beroep is, in overeenstemming met de opvatting van de Verzekeringsbank, van oordeel dat het hier toch echt gaat om kinderen van wie de gezondheidstoestand ongunstig is. Het is overigens onduidelijk welke invloed, financieel, dit heeft gehad op de vereniging. In de jaarverslagen wordt er niet naar verwezen, ook niet in de verslagen van de penningmeester.