Over Aäron Lopes Quiros
Aäron Lopes Quiros was een telg uit een bekende Amsterdams Portugees-Israëlitische familie. Er doet een verhaal de ronde dat zijn vader wel drie keer getrouwd zou zijn waaruit 27 kinderen zijn voortgekomen.
Drie van zijn zoons, Mozes, Aäron en David, begonnen samen een koshere slagerij op de Jodenbreestraat, schuin tegenover de achterkant van de kerk. De kerk die de naam droeg van de eerste twee broeders. Mozes was behalve slager ook een begenadigd zanger, hij was een voortreffelijk ‘baäl tokea’ (=sjofarblazer) en zong in het joods mannenkwartet. David heeft de oorlog overleefd en de zaak voortgezet.
De buurt-EHBO-er
Aäron was in de gehele buurt bekend als ‘de man van de eerste hulp’. Getrouw medelid van de E.H.B.O. kon er niets op de Breestraat gebeuren of hij was aanwezig. In de smalle straat van toen, met nauwelijks ruimte voor lijn acht, waren voortdurend opstoppingen en verkeersongevallen, vooral in het deel dat naar ‘de sluis’, de smalle brug naar de St. Anthoniesbreestraat leidde. Nog voor de politie aanwezig was of de eerste sirenes van de ambulance de geluiden van de toch al luidruchtige straat overstemden, had Quiros de leiding op zich genomen. Zijn rijzige gestalte in witte jas, met witte muts (nog slagerskleding of reeds E.H.B.O.-uniform?) was indrukwekkend en beheerste iedere situatie; slechts indien een arts ter plaatse kwam, gaf hij het heft uit handen.
In de BBB en de Joodse Raad
Aäron was verder bestuurslid van de winkeliersvereniging B.B.B. die voor de belangen van de winkelstand in de Jodenbreestraat opkwam. (Waar de afkorting B.B.B. voor stond is mij helaas niet bekend, aanvulling F.Slicht.)
Uit hoofde van zijn bestuursfunctie werd hij, in februari 1941, ook gevraagd om zitting te nemen in de Joodse Raad. Zijn benoeming was mede te danken aan de ongeregeldheden in de jodenbuurt van Amsterdam. Al vrij snel bleek dat het om geheel andere dingen ging dan om die ongeregeldheden. Daarbij voelde Quiros zich allesbehalve op zijn gemak bij zijn collega’s. Zijn collega’s waren de notabelen van de joodse gemeenschap en beschouwden de winkelier Quiros niet als de hunnen.
Zijn betrokkenheid bij de Joodsche Raad werd kleiner en kleiner. Het is Eddy van Amerongen niet duidelijk of en wanneer hij uit de Joodsche Raad is gestapt.
(Aäron Lopes Quiros staat niet op officiële foto’s met leden van de Joodsche Raad, hij wordt voor zover bij mij bekend ook nergens genoemd als lid. Aanvulling F.Slicht.)
Uit: Nog slechts herinnering … Mijn vooroorlogs Amsterdam - Eddy van Amerongen. Samengesteld onder redactie van: Thea Cohen en F.J. Hoogewoud.
Uitgeverij Amphora Books Amsterdam, 2002, blz 113-114