De Weteringschans is een straat op de grens van twee buurten: het centrum en de Pijp. Er zijn veel winkels, scholen en bedrijven. In de lunchpauze staat de kleine winkel van Salem, een Egyptische immigrant, vol. Klanten roemen zijn vers belegde broodjes, vooral zijn zelfgemaakte humus wordt veel geprezen. Achterin de winkel staan schappen vol met een gevarieerd assortiment aan snoep en frisdranken, naast rijst, pasta en blikken kattenvoer. Ook bewoners uit de buurt kunnen hier terecht voor hun boodschappen.
Omdat ik wilde weten hoe zo’n kleine winkel de concurrentie met de supermarkt weet te overleven heb ik stadsetnografisch onderzoek gedaan. Ik heb veel gesproken met meneer Salem en zijn zoon, die de vader gaat opvolgen. Omdat de zoon meestal druk bezig is in en rondom de winkel heb ik veel van mijn vragen gesteld terwijl we samen optrokken, zoals in de auto onderweg naar de groothandel. Tijdens mijn regelmatige bezoeken aan de winkel, op verschillende dagen van de week en verschillende tijdstippen van de dag, heb ik ogen en oren wijd opengehouden. Daarnaast heb ik klanten geïnterviewd en mensen uit de buurt.
De klanten waarderen de winkel vanwege de verse producten, en voor wie niet tijdens het lunchuur komt geldt dat er altijd gelegenheid is voor een gezellige babbel. Voor sommige buurtbewoners is dat één van de belangrijkste pluspunten van een winkel als die van Salem: het persoonlijke contact. Henny Salem zelf speelt daarin een belangrijke rol: hij is zichtbaar populair bij zijn klanten. Toch zitten lang niet alle geïnterviewden verlegen om een praatje. De lunchklanten niet maar ook verschillende bewoners uit de buurt niet.
De door de geïnterviewden meest genoemde bezwaren van Salems Mini markt zijn de beperkte openingstijden en de hoge prijzen. Die worden wat hen betreft gecompenseerd door de handige locatie van de winkel, het vriendelijke personeel en de kwaliteiten van zijn producten. Sommige klanten komen speciaal naar de winkel voor de beroemde zelfgemaakte humus. Salem wordt door zijn klanten niet als een ‘echte’ allochtoon beschouwd, maar door zelf humus te maken laat hij toch iets van een exotische identiteit zien.