Haring, nu diepvries, beter dan toen

Rond deze tijd eet hij er dagelijks drie, maar als de nieuwe komen, begin juni, wil dat nog wel eens oplopen tot tien. Albert Kromhout van der Meer (1937) weet zijn eigen haring te waarderen. Zijn grootvader zat in de haring, met een kraam bij de Raampoort, zijn vader stond op de hoek van de Admiralengracht en de Jan Evertsenstraat, daar heeft Albert ook nog lang gezeten, en sinds 1993 staat hij op de hoek van het Singel en de Raadhuisstraat.

Haringstal Ab Kromhout. Foto: Het Parool, Peter Schrijnders.

Haringstal Ab Kromhout. Foto: Het Parool, Peter Schrijnders. Door: Het Parool - Peter Schrijnders

Alle rechten voorbehouden

Twee dochters heeft hij, hun portretten sieren de kraam. De vierde generatie 'gezonde apotheek'? Kromhout: "Nee, ze hebben doorgeleerd."

Een haringgeslacht van vaders zijde. Hij telt af op zijn vingers, "Marie, Piet, Bauk, Toon, Daan, Albert, Gerrit allemaal kwamen ze vroeg of laat in de haring terecht."

Eigenlijk is hij pas in 1969 begonnen. "Ik werkte daarvoor in de bouw; zo'n kraam, daar kon je geen twee inkomens uithalen. Maar mijn vader stierf. M'n moeder weduwvrouw en ik een vrije jongen, dat was samen nog wel te doen."

Hij kende het vak al van haver tot gort. Harde tijden waren het toen nog. De gezouten haringen moesten twee of drie dagen uitgepekeld worden, hoe ouder hoe langer. Dat gebeurde in een pakhuis, en elke twaalf uur moest het water worden ververst. En daarna roeren. "Dat is koud hoor, tot je ellebogen in dat vocht. Van mijn vader mocht ik het niet met een stok doen, dan beschadig je de haring. Als hij er niet was, deed ik het toch met een stok."

En dan moest je nog staven ijs halen bij een ijsfabriek in de Jordaan En de kraam de brug op duwen Het was een kar vergelijkbaar met een marktkraam, die kon je niet buiten laten staan.

Ergens in de jaren zestig kwam er een vaste kraam en in 1976 heeft Albert een moderne laten bouwen, met toonbankkoeling, en die heeft hij nou nog. De diepvries heeft het leven een stuk vereenvoudigd, Albert koopt zijn emmers bij Ouwehand en als hij ze nodig heeft, maakt hij ze open. En de kwaliteit is alleen maar beter geworden.

Vroeger werd meer haring gegeten, weet Albert. "Bouwvakkers kwamen langs op de fiets en namen er een paar mee voor tussen de middag. Bouwvakkers komen niet meer op de fiets."

De haringworm was de nachtmerrie van de koopman. In de jaren zestig kwam de handel in opspraak, een naar gevalletje. Er was iets tegen te doen, maar de reputatie van de nieuwe haring was gekelderd. "Die klap zijn we nooit helemaal te boven gekomen."

Wat ook niet hielp: de migranten. "Die aten geen haring, daarom ben ik ook weggegaan uit de Jan Evertsenstraat. Maar ik moet zeggen: ik zie nu steeds meer Marokkanen en Turken bij m'n kraam."

Vroeger waren de mensen geduldiger en beleefder. "Regelmatig hoor ik een snauw: Anne Frankhouse." Of ze zeggen: "Ik moet naar De Negen Straatjes. Ik vraag: heb je een ketting aan je benen? Hoezo, vraagt zo'n man. En dan zeg ik dat hij toch geen slaaf is, hij moet niks, hij wil of hij wil niet naar De Negen Straatjes."

Niet dat hij er chagrijnig van wordt, hij staat er graag, tussen de mensen, zolang als het kan. En dan neemt hij voor lief dat het tempo er wat uit is. "Vroeger maakte ik drie haringen per minuut schoon. Nu doe ik wel veertig seconden over eentje."

Alle rechten voorbehouden

1447 keer bekeken

4 reacties

Voeg je reactie toe
Lily van Loveren

Zure bom of uitje.

Wij woonden op de Admiralengracht ,mijn broertje en ik geboren en getogendaar en we woonden vrij vooraan bij de haringkar en tegen 7 uur vooral in de zomer loerde wij hoe de "oude"Heer Kromhout -van der Meer en later ook zoon zijn spullen ging inpakken dan rende of ik of mijn broertje naar de kar om te vragen of we mochten bezemen ( stokjes etc. de goot in bezemen) dan kreeg je OF een uitje OF een zure bom ik vond de uitjes zaaaaaalig , al afpellend ging je na gedane arbeid weer huiswaarts. De haringkar hoorde bij de buurt,mij Pa zag ik vaak komende van Beekman waar hij na zijn werk wel eens binnenwipte voor een borrel bij de kar zijn adem verversen met op de valreep nog een harinkie te eten. Alleen wat ik niet begreep aan de overkant van de brug zelfde zijde stond ook een kar van Kromhout- van der Meer ze waren familie maar ze spraken geen woord met elkaar dat was niet zomaar een ruzietjes dacht ik toen al.

Frits ter Maat

Haringstal van vroeger

Is er een foto van de stal Admiralengracht/Jan Evertsenstaraat?

Erstonden ooit 3 stallen op de brug en ik zoek daar een foto van

Frits ter Maat

j.f.termaat(at)xmsnet.nl

RE: Misschien familie

albert kromhout van der meer:

hallo naam is ook albert kromhout van der meer mij vader die heet gerlof en die heeft ook jaren lang gestaan met een haring stal bij spoorviaduct linejestraat in amsterdam ik ben geboren in swammerdamstraat 64 in 1946 . ik hoop dat er nog meer van te horen het leuk om een naam genoot te hebben


Hallo Albert,

Ik las toevallig jouw reactie en kan bevestigen dat jullie familie zijn.. De vader van Albert in bovenstaande stukje is Piet een broer van jouw vader. Ook mijn vader Anthonie (Toon) was een broer van je vader die wij Gerrit noemden..

Groet Els Dijkink-Kromhout van der Meer

Misschien familie

hallo naam is ook albert kromhout van der meer mij vader die heet gerlof en die heeft ook jaren lang gestaan met een haring stal bij spoorviaduct linejestraat in amsterdam ik ben geboren in swammerdamstraat 64 in 1946 . ik hoop dat er nog meer van te horen het leuk om een naam genoot te hebben