De aankondiging over de gezellige bijeenkomst door en voor Joden staat in Het Joodsche Weekblad van 27 december 1941. Op dat moment is de redactie in handen van de journalist Jacques de Leon (door hem opgericht in augustus 1940). Deze Jacques de Leon is volgens Presser in ‘De Ondergang’ een wat schimmige figuur die de Joodse zaak geen goed heeft gedaan. Voor de een was hij een verrader, voor een ander dwaas en tegendraads. Zijn Joodsche Weekblad is niet, nog niet, het Joodsche Weekblad van de Joodsche Raad. Als Het Joodsche Weekblad het orgaan van de Joodse Raad wordt, wordt Jacques de Leon onder druk van de Duitse bezetter in de redactie opgenomen.
Het Joodsche Weekblad is bekend geworden als de uitgave van de Joodse Raad van Amsterdam. Het eerste nummer van deze krant verschijnt op 11 april 1941. Hoewel er een verscheidenheid aan artikelen verschijnt, is het toch bekend (berucht?) geworden als doorgeefluik van de Duitse bezetter, via de Joodse Raad naar de Joodse bevolking. Via het Weekblad worden de verordeningen, de verboden, bijeenkomsten en ‘nuttige tips’ gepubliceerd. Nuttige tips tussen aanhalingstekens omdat het bijvoorbeeld gaat om zaken als het op tijd klaarzetten van een rugzak of hoe je die het best kon inpakken. Ook verschijnen er advertenties van bedrijven die jouw huis kunnen opruimen als je naar Duitsland ‘vertrekt om te gaan werken’. Wat zegt het Joodse Weekblad van 11 april 1941 hierover? Het gaat om twee korte artikelen. Het eerste artikel gaat over de doelstellingen van het blad. Het tweede gaat over de Joodse verenigingen die zich dienen te melden:
Joodsche vereenigingen te Amsterdam moeten zich melden
De Joodsche Raad voor Amsterdam roept hierbij alle besturen van te Amsterdam gevestigde instellingen op, ten einde hem haar naam, haar adres, haar doelstelling, haar rechtsvorm (vereeniging met of zonder rechtspersoonlijkheid, stichting enz.), benevens de namen der bestuursleden, die haar vertegenwoordigen, vóór 18 April 1941 schriftelijk bekend te maken aan het adres: Amstel 25, Amsterdam-C, zoo mogelijk met bijvoeging van statuten en huishoudelijke reglementen. Op de enveloppe te vermelden: „Opgave van vereenigingen, enz." Onder dezen oproep vallen ook comités, sport-, ontspanningsvereenigingen e.d., zooais b.v. tennisclubs, bridgeclubs, enz. Ingeval van twijfel, of een instelling uitsluitend Joodsch is, gelieve men dit bij de opgave toe te lichten. Deze oproep geschiedt in verband met een opdracht van den Beauftragte van den Rijkscommissaris voor de stad Amsterdam. De Joodsche Raad: A. ASSCHER Prof. Dr. D. COHEN Voorzitters.
Amsterdam, 9 April 1941.”
(Bron: Het Joodsche Weekblad van 11-04-1941)
In het nummer van 6 juni 1941 de vermelding dat Samuel in een nationaal zang- en muziekconcours de eerste prijs heeft behaald. In dit geval met het mannenkoor Excelsior. Het concours werd georganiseerd door de Christelijke Zangvereniging Lauwerecht uit Utrecht. Dit zang- en muziekconcours werd gehouden op 22 mei en 2 juni 1941.