Op 26 mei 1943 schrijft Samuel zijn laatste twee brieven. Dit zijn twee zeer emotionele brieven die hij echt op het allerlaatste moment heeft geschreven. De ene brief is handgeschreven en duidelijk in grote haast. Hij is gericht aan de heer en mevrouw Kuil, zijn trouwe vrienden van Kunst en Strijd. Hij geeft aan dat het uur is gekomen, het uur dat ze worden overgebracht naar kamp Westerbork. De tweede brief is getypt en gericht aan Jan Smit. Jan Smit is een leerling van Samuel en plaatsvervangend dirigent van het mannenkoor Harmonie. Beide brieven maken een slordige indruk, daardoor versterken deze beide brieven alleen maar de emotionele waarde.
Hoewel niet ondertekend, is de brief van juni 1943, ‘aan oudleden en donateurs van Zangvereniging K. en S.’, hoogstwaarschijnlijk opgesteld door de heer Kuil. Hij verwijst naar de brief van Samuel van 26 mei 1943. Hij schrijft: “Woensdag 26 Mei 1943 bereikte ons de verpletterende mededeling dat Englander met zijn gezin uit zijn woning is gehaald en naar Westerborg gevoerd, waar zij, terwijl wij deze circulaire opstellen nog vertoeven. Het is gebleken een geweldige sterke en vooral gelovige man te zijn, vol vertrouwen nog in de toekomst. Op het moment dat hij werd gehaald, dekte hij en zijn zoontje het hoofd, schaarde zich met zijn gezin om de piano en zongen, in bijzijn van politie enige joodse gebeden. In zijn laatste brieven schreef hij ons: zingende, vol goede moed zijn wij heengegaan, wij zijn flink, weest u het ook.” (Bron: JHM inv.nr. D007649) Of dit ook werkelijk zo is gegaan, zoals de heer Kuil schrijft, is moeilijk aan te tonen.
Ik verwijs hierbij naar de brief van Samuel die hier is opgenomen. In zijn handgeschreven brief staat niets over het zingen van joodse gebeden en het zich scharen rond de piano. Ook de naam Westerborg klopt natuurlijk niet. Dit kan een typefout zijn of een voorbeeld van ‘niet op de hoogte zijn’.
Ondanks de onvermijdelijkheid van de ontstane situatie heeft de heer Kuil nog de mogelijkheid onderzocht om Samuel en zijn gezin onder te brengen in Barneveld. In deze plaats was een interneringskamp voor 'bevoorrechte Joden'. De brief van mijnheer Kuil aan de burgemeester van Amsterdam is niet bewaard gebleven, wel het antwoord van de secretaris van de burgermeester. Burgemeester Voûte laat via deze secretaris weten dat: “een petitie tot het plaatsen van den dirigent S.H. Englander te Barneveld’ uitsluitend zou moeten geschieden door personen die, meer onmiddellijk op het gebied der toonkunst werkzaam zijn, of de beoefening daarvan trachten te bevorderen.” (Bron: JHM inv.nr. D 007653)
Het bovenstaande antwoord is gedateerd op 11 juni 1943. Dit is, hoe wrang, exact de dag dat Samuel en het hele gezin Englander in Sobibor is vermoord. Zij zijn met het beruchte vijftiende transport (van 8 juni 1943), het kindertransport, vertrokken. Kort na hun aankomst in Westerbork wordt duidelijk dat alle Joodse kinderen uit Vught en Westerbork weg zouden moeten. Samuel en zijn vrouw Judith besluiten om samen met al hun kinderen mee te gaan. In deze trein zaten in totaal 3017 personen.
Vanuit Westerbork is een briefkaart verstuurd door Benzion Moskovits met daarop de mededeling dat het gezin Englander uit Westerbork is vertrokken. Het poststempel is onleesbaar en het is daardoor niet duidelijk wanneer deze verzonden is.