De winkel van Rimini maakte deel uit van een grote keten van winkels, de zogenaamde HaKa winkels, volgens het geheugen van Nederland wel 1100. De coöperatie had ook eigen (16) fabrieken. HAKA, het merk van de Cooperatieve winkels, volgens Huibert Bronkhorst.
Arbeidersgezinnen kochten bij de Cooperatie. De ouders van Huibert Bronkhorst waren er ook lid van. Ze verkochten van alles: levensmiddelen, maar ook fietsen en spullen voor woninginrichting. Er waren toonkamers waar je die spullen kon bekijken.
(bron: http://www.verhalenvanvroeger.nl/herinnering/747)
Meyer Sluyser schrijft:
Omdat de wekelijkse uitbetaling van contant geld midden in de volkrijke buurt onmogelijk geheim kon blijven, en een loket, hoe verborgen ook, dáár te gevaarlijk werd, deelde Piet later elke week levensmiddelenbonnen uit. Die konden de mensen inruilen tegen een onsje van dit en een half pondje van dat, in de kruidenierswinkel van Leendert en Esther Rimini aan de overkant.
Zegt Piet:
‘De TipTop liet zijn klantjes niet in de steek.’
Het wás geen gewoon theater.
Uit: Meyer Sluyser - Er groeit gras in de Weestperstraat - (NV Het Parool 1962– Amsterdam, blz 114)
Piet = Piet Westendorp die jarenlang operateur van het Tip Top Theater was.