Een planken vloer, donkerbruine schappen vol kleurige vesten, truien, mutsen en dassen, twee toonbanken en een oude National Kassa. De sfeer is gemoedelijk. Het is er een voortdurend komen en gaan. Gemma van Doorn, de vrouw van de eigenaar en Wilma Rietkamp, de laatste inmiddels al 30 jaar in de zaak, hebben voor elke klant persoonlijke aandacht. Zo zoekt een vader met zijn zoontje van vijf een overall voor de kleine. Een andere vader komt binnen met een babywagen en wil snel even een ‘cool’ jack met bontkraag passen, maar het gehuil van de baby gooit roet in het eten. Geïrriteerd gooit hij het jack weer uit en zegt dat hij nog wel eens terugkomt. Een oudere heer zoekt een stevige werkbroek voor in de tuin. Op een professionele naaimachine achter in de winkel wordt zijn broek zonder extra kosten binnen 10 minuten op de juiste lengte gemaakt. Eén van de oudste artikelen is het Manchester klettervest, ook wel werkmansjasje of kolenmanjasje genoemd. Dat is een echt ‘cultjasje’ geworden, zegt Gemma. Maar ook de joppers van Biesot Watersportkleding in Leiden, de enige die ze nog maakt en de bonker, caban of schippersjas van de Franse firma Beaudouin doen het goed.
Ruim 100 jaar was de zaak in handen van drie generaties van de familie Holzhaus. Op 20 maart 1885 opende de 21-jarige Duitse immigrant Ferdinand Holzhaus, afkomstig uit Quakenbruck, op de Haarlemmerdijk 109 zijn winkel in ‘werkmansgoederen en gemaakte ondergoederen’. Witte Kruideniers- en Slagersjassen, Baaien borstrokken, Jachtvesten, alles gemaakt in eigen atelier. In die tijd al werden vooral in het westen van Nederland de uit Duitsland afkomstige Westfaalse immigranten ‘moffen’ genoemd. Ook Ferdinand kreeg al snel in de Jordaan de bijnaam De Mof. Pas in 1922 toen de kinderen na het overlijden van de oprichter de zaak omzetten in een N.V. kreeg de winkel officieel de naam F. Holzhaus’ Manufacturenhandel “De Mof”. Ruud van Doorn, de huidige eigenaar, nam in 1990 de zaak over.