Tot nu toe levert de winkel nog een redelijke boterham op, maar die wordt wel steeds dunner… Er is een duidelijke, langzame lijn naar beneden en de “levensverwachting” is nog ongeveer 3, 4, 5 jaar volgens van Beek.
Als reden daarvoor is aan te geven als belangrijkste oorzaak dat jongeren opgroeien met de supermarkt en niet of nauwelijks van het bestaan weten van een kleine buurtwinkel, laat staan de moeite nemen er naar toe te gaan. ”In een super kun je lekker makkelijk van alles tegelijk krijgen !”
Ook komen er steeds meer tweeverdieners in de buurt wonen en is er door de week geen tijd nog na het werk naar de buurtwinkel te gaan. Verder is er terugloop door bijv. dood of het vertrek van ouderen naar bejaardentehuizen. Daar staat tegenover dat de ouderen die nog in de omgeving wonen, wel blijven komen!
Melkhandel “Nieuw Leven” werd in 1946 door van Beek sr. overgenomen voor, schrik niet, 8000 gulden. In 5 jaar was alles afbetaald! Het was van origine een traditionele zaak, melkboer-kruidenier.
Van Beek sr heeft ook zo lang mogelijk nog een melkwijk gehad, de wijk die werd begrensd door: Keizersgracht, Leidsegracht, Marnixstraat en Looiersgracht.
De rondgang door de wijk werd gemaakt met een zogenaamse ‘elektrische hond’ een karretje met een stang ervoor waarmee je de kar met een motortje kon ‘trekken’. Dit is van Beek blijven doen tot ongeveer 1975, toen hij ermee moest stoppen vanwege de geplaatste Amsterdammertjes, de paaltjes waardoor de kar niet meer op de stoep kon worden gereden.
Jan van Beek (1952) heeft de zaak 26 jaar geleden (1983) overgenomen van zijn vader, terwijl hij er dáárvoor al 13 jaar in meehielp. Als enige van 9 kinderen, hij is de middelste, heeft hij altijd belangstelling voor het winkelwerk gehad en is derhalve mee verder gegaan.
Hij heeft een totaal nieuwe wending aan het bedrijf gegeven en het sortiment drastisch uitgebreid. Zijn laatste toevoeging is het verkopen van enkele stuks groenten, vruchten die je los, per stuk dus, kunt kopen, één ui, één tomaat, sinaasappel of citroen. Dit blijkt aan een grote behoefte te voldoen.
Hij vindt dat een kleine winkel niet te commercieel moet zijn, het sociale aspect is van veel groter belang.
Het grote kenmerkende van zijn zaak is dat het een “vaste plek” in het leven van veel mensen heeft gekregen. Jan kent al zijn klanten en spreekt ze, ongeacht de leeftijd, bij de voornaam aan. Hij heeft een soort bewakingsfunctie. Hij weet wanneer ze een kleine tijd niet komen, dat er iets aan de hand moet zijn. Hij helpt de klanten als er iets is. Hij zoekt ze dan op en ook in de winkel praat hij veel met ze over die grote of kleine problemen die in een leven passeren. Hij heeft van een enorm groot aantal klanten de sleutels en poffen is een van de normaalste zaken. Daar is hij pas een enkele keer in al die jaren de dupe van geworden, maar dat vindt hij volkomen zijn eigen fout, “dan had ik de mensen maar beter moeten inschatten”, dat is niet zo’n ramp, het ergste is dat ze je in de maling nemen!
Dat hij de winkel nog heeft dankt hij in grote mate aan zijn huiseigenaar, een mevrouw die zelf een winkel had en die vindt dat melkhandel Van Beek moet blijven bestaan en hem daarom géén huurverhoging geeft, anders was ook deze zaak al lang uit de buurt verdwenen…