Het gezin Englander, de oorlogsjaren.

Louis Englander in Kamp Vught

Verteller: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Auteur: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Alberdingk Thijmstraat
Aankomst van Joodse gevangenen op station Vught april 1943 collectie NM Kamp-Vught. Collectie Arolson - Archives

Aankomst van Joodse gevangenen op station Vught april 1943 collectie NM Kamp-Vught. Collectie Arolson - Archives

Met vader Louis loopt het slecht af. In februari 1943 wordt hij ‘opgehaald om te werken’. Nico, nog geen zes jaar oud, is daarvan getuige. Zijn moeder wil mee, maar dit wordt geweigerd. Als vanuit de Joodse Raad later het bericht komt om zich te vervoegen in Vught, duiken moeder en zoon onder. Louis had altijd gezegd dat ze nooit vrijwillig mee moesten gaan of zich zouden melden.

Nico wordt naar Friesland gebracht door een jonge vrouw, haar naam is Jenneken van Abbe. Jenneken zou later trouwen met de neef van Nico: Nathan Jozef (Nico) Ensel, zoon van Mozes Ensel en Marianne Englander. Nico komt terecht bij de familie Boersma in Engwierum bij de Lauwerszee. Van de oorlog heeft hij daar weinig van meegekregen. Hij had een gelukkige onderduikperiode (zijn eigen woorden) op een boerderij in Friesland. Op 8 mei 1992 trouwt hij, evenals zijn vrouw woonachtig in Amsterdam, in Roermond omdat zij vanuit het huis van de ouders van zijn vrouw trouwen. Later vertrekt hij uit Amsterdam. Op 8 mei 1992 zal hij trouwen in Roermond.

Zijn moeder Marianna overleeft eveneens de oorlog in de onderduik. Marianna komt via diverse adressen, o.a. op de Transvaalkade en het Merwedeplein (lopend) in Aalsmeer terecht. Van haar is nog wel een kaart van de Joodse Raad waarin staat dat zij na de oorlog gaat wonen in de 1ste Helmersstraat 31 I (vanaf 19 oktober 1945). Daar werden Nico en zijn moeder herenigd.

Kamp Vught

Louis komt terecht in Kamp Vught (officieel: Konzentrationslager Herzogenbusch) waar hij wordt ingezet in het buitencommando Moerdijk vanaf 16/17 februari 1943 tot 21 mei 1943. Zie de kaart van Louis die hier is afgebeeld. Voor meer algemene informatie verwijs ik naar Wikipedia Kamp Vught

Kaart van de Joodse Raad waarin opgenomen de melding van zijn aanwezigheid in Kamp Vught en zijn plaatsing in het Buitencommando Moerdijk.

Kaart van de Joodse Raad waarin opgenomen de melding van zijn aanwezigheid in Kamp Vught en zijn plaatsing in het Buitencommando Moerdijk.

In deze periode werden gevangen van het Kamp ingezet bij onder andere de bouw van vestingen voor de kustverdediging. De aanvangsdatum van het buitencommando Moerdijk is aan discussie onderhevig. Ik vond meerdere data, vooral als het gaat om de begindatum. Het lijkt erop alsof Louis tot een van de eerste Joodse gevangenen was die hier werd ingezet. Op 13 juli 1943 volgt deportatie naar Sobibor waar hij op 16 juli 1943 wordt vermoord. Louis maakte deel uit van het 18e transport vanuit Kamp Westerbork. Van de 1988 mannen, vrouwen en kinderen heeft niemand de oorlog overleefd.  

Moerdijk

Ik voeg enkele egodocumenten over Moerdijk toe aan het verhaal. Dit ter illustratie van de tijd die Louis in Kamp Vught heeft moeten door brengen. Hier het eerste:

 “Moerdijk Het 'Konzentrations-Außerlager Moordeich‘ was een onderdeel van kamp Vught. In het begin werd dit buitencommando uitsluitend gevuld met Joodse gevangen. Later zijn deze stukje bij beetje aangevuld met ook niet - Joodse gevangen uit het kamp Vught. Het buitencommando heeft zeer waarschijnlijk bestaan van eind maart 1943 tot 23 februari 1944.  Al bij de verovering van Nederland had het Duitse leger ervaren dat, waar Maas en Waal samenkomen, de daar aanwezige spoorbrug uit 1872 en de verkeersbrug uit 1936 van groot strategisch belang waren13. Om de plaatselijke militaire positie te verbeteren moesten er bunkers en verdedigingswerken worden gebouwd. Veel gevangenen werden ingezet voor het verrichten van zware grondwerkzaamheden om een groots opgezet netwerk van ‘Panzerfallen’ (=met graszoden gecamoufleerde anti-tank loopgraven) te realiseren. Vanuit het kamp Moerdijk werden de gevangenen daarvoor met vrachtwagens naar en van Moerdijk zelf, Zwijndrecht en Barendrecht vervoerd. Bij de genoemde bruggen werden opruimwerkzaamheden uitgevoerd en werden zware stenen versleept. In Dordrecht werd voor de ‘Organisation Todt’ betonnen bunkers gebouwd. De extra zware werkzaamheden in het geheel werd door een specifiek strafcommando uitgevoerd. Het ‘Außerlager’ was volgens de overlevering overvol en eten was er zondermeer onvoldoende. In de tijd dat Frans hier was ingedeeld stond het kamp onder het commando van de SS-Haubtscharführer Friedrich Meyerhoff14. De bewaking werd verzorgd door ca. 50 (vermoedelijk hoofdzakelijk Nederlandse) SS-ers, die bij hun werk ook honden gebruikten. Het bewakingscommando stond onder bevel van SS Unterscharführer Feind. De exacte locatie van dit kamp in Moerdijk is niet meer aan te geven. Waarschijnlijk werd het gehuisvest in oude barakken van de waterpolitie in de oude haven. Er zijn geen monumenten voor het grootste ‘Außerlager des Konzentrationslager Herzogenbusch’ en de daarin gehuisveste gevangenen opgericht.”

Uit: De Gevangenschap van mijn Vader, 1943 – 1945. Door: Jaap van Steenbeek (versie juni 2015).

Terug naar de inhoudsopgave

Alle rechten voorbehouden

578 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe