De boekwinkel draagt de naam van eigenaar Ton Schimmelpennink (1944). Maar al meer dan zestig jaar zit er op deze plek aan de Weteringschans een boekhandel. De houten winkelbetimmering is nog origineel. Ooit woonde de eigenaresse achterin, waar zij bij de kachel zat te breien. “Af en toe een boekje verkopen, dan had ze haar onsje kaas weer verdiend”, aldus Ton Schimmelpennink.
Zijn clientèle komt uit de zuidelijke grachtengordel, rondom de Den Texstraat en uit een gedeelte van de Pijp. Maar ook de doorgaande fietsroute en tramlijnen met haltes voor de deur geven goede aanloop. Het is de hogere welstandgroep. Ton Schimmelpennink heeft gekozen voor literatuur, voor proza en poëzie. “Dat is onze kracht. Ik heb van veel titels gewoon een exemplaar in de kast staan, als voorraad, in totaal zo’n 10.000 boeken. Noem ons maar ‘een klein Atheneumpje’”. Maar ook de kinderboekenhoek achterin, in de uitbouw, is het vermelden waard. De winkel meet hooguit 50 m² en de kasten reiken tot aan het plafond. “Het is hier een beetje rommelig. De boeken staan bepaald niet keurig geordend”. Ondanks de aan een koordje opgehangen plumeaus wappert er een enkel sliertje spinrag. “Er wordt hier vrolijk een pijpje gerookt. Je ruikt het buiten. Wij gaan geheel onze eigen gang”. Wij. Want naast eigenaar Ton Schimmelpennink zèlf (die de enige is die van de zaak leeft), staat bij toerbuurt zijn vrouw Marianne en daarnaast een viertal vrijwilligers achter de toonbank. “Zij vinden het hartstikke leuk om boekhandelaartje te spelen”. Ze doen het als vriendendienst en uit sympathie voor de winkel.
Niet minder typerend is De Bode, het blaadje dat de winkel in een oplage van 1300 exemplaren uitgeeft, door en voor klanten, waarin recensies en dergelijke staan. “Het gaat om de lol in lezen, maar het geeft vooral een bindend effect met de winkel.”. Het verschijnt drie keer per jaar en wordt per post verspreid of ligt op de toonbank in de winkel.
Ton Schimmelpennink komt zelf niet uit het boekenvak, maar las, tijdens zijn studie, alles wat los en vast zat. Ooit volgde hij een opleiding als opbouwwerker, aan de sociale academie. Maar aan de typering als buurthuis heeft hij een hekel. “Het komt regelmatig voor dat er kwekkende figuren in de zaak staan. Dan roep ik een beetje knorrig: ‘het is hier geen buurthuis!’. Maar het is wel zo, dat dit een plek is waar je je thuis voelt. Je kunt er zitten op een rieten stoel en een kopje koffie krijgen”. En op zaterdagmiddag is het traditie dat de winkel tot een uur of half zeven openblijft. “Dan gaan de boeken aan de kant en komen er aantal trouwe clientèle, die een glaasje slobberwijn nuttigen. Dan ouwe hoeren we over het leven. Dat is de nazit”.
Voor Ton Schimmelpennink is de winkel “een plaats waar dingen plaatsvinden. De verkoop van boeken, die moet ik wel doen, de centjes, de huur moet betaald worden. Maar in mijn beleving is het meer de ambiance van de winkel, de gesprekken die ik met mensen heb, de dingen die je meemaakt . . . Ik ga hier met zoveel plezier heen. Ik heb geen moment het gevoel dat ik . . . Ja, ik moet af en toe ook een kutklusje doen, maar eigenlijk bèn ik hier gewoon. Kan je het mooier hebben?” Schimmelpennink is een buurtboekenwinkel met een ronduit zeldzame sfeer, om behoedzaam te koesteren.