In het Huis werden een aantal activiteiten georganiseerd. Na de opening waar in meerdere kranten en tijdschriften over werd geschreven, meldde een journaliste van Belang en Recht dat zij regelmatig bericht zou geven over het ‘samenzijn in het Huis’. Zo bijvoorbeeld op 15-09-1901:
“Het is der Commissie van Huize Thugatér eene groote voldoening nu reeds te kunnen mededeelen, dat het «tehuis» Keizersgracht 165 vol is. Reeds moesten eenige dames worden afgewezen, wier namen nu op eene preferentielijst zijn geplaatst. Voor de gezellige avonden, aan het eind van iedere maand te organiseeren, hebben ….(diverse dames en een enkele heer) …. hunne gewaardeerde medewerking toegezegd. Mogen velen van talent zich gedrongen voelen, hun voorbeeld te volgen. “
Twee nummers later volgde daar een kort verslag van, met verder een bericht over het ‘samenzijn’. Er zijn enkele bezoekers en inwonenden geïnterviewd en de journaliste schrijft: “Er heerscht een zeer opgewekte geest, wat niet verhindert, veeleer bevordert, dat er hard en ernstig gewerkt wordt. Door de huisgenoten onderling wordt een reglement omtrent etenstijden enz. vastgesteld, dat door de Directrice ontworpen is. “
Een Duitse bezoekster meldde dat zij in haar thuisstad Berlijn voor een gelijksoortig ‘Heim’ zou gaan ijveren.
Niet geheel onverwacht werden er door de overkoepelende vereniging Thugatêr vergadering georganiseerd. Zo was er op 16 december 1904 een huishoudelijke vergadering georganiseerd. Daar werd onder andere een aantal nieuwe bestuursleden gekozen. Aftredend lid was bijvoorbeeld Cornelia de Jong, zij was niet herkiesbaar. Een ander punt van orde was een ‘adres’ aan de Minister van Binnenlandse Zaken: “...... dat zij de eer heeft adhesie te betuigen aan het adres van het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap, waarin tot de regeering het verzoek wordt gericht, het Nederlandsche onderwijs op het Congres voor Schoolhygiëne te Nürnberg te doen vertegenwoordigen door eene commissie.” En: …… spreekt daarbij den wensch uit, dat het Uwe Excellentie moge behagen in die commissie, zoo zij door de regeering wordt benoemd, ook eene vrouw op te nemen, die bij het onderwijs werkzaam is. Bron: Belang en recht, 29-12-1904
Verder viel nog het besluit om lid te worden van het ‘Congres van Kinderbescherming.
Huize Thugatêr heeft aardige prentbriefkaarten in den handel gebracht, met een Ansicht op het huis van buiten en een vriendelijk kijkje in de restauratiezaal. De gezellige wintersamenkomsten zijn Zondag 12 Oktober j.l. (1902) begonnen met een Matinee Musicale onder leiding van Mej. Hendrika van Tussenbroek. Veel bijval vonden bij de talrijke aanwezigen de vrouwenkoren, zoowel de Chansons populaires van Delcrose als de koren uit De drie Kaboutertjes, maar het grootste succes hadden de kinderkoren. Voordracht en zang waren een vleiende getuigenis van het talent van de dirigente, die met veel bescheidenheid en distinctie de uitvoering leidde. Het was in elk opzicht een genotvolle middag.
Helaas blijkt dit initiatief niet haalbaar. Al na een jaar of vier blijkt dat het huis niet exploiteerbaar is. Zelfs een donatie van 100 gulden van Hare Majesteit de Koningin-Moeder mocht niet baten. De inkomsten zijn te laag omdat het huis te klein is. Zouden er meer inwonenden zijn geweest, dan zouden de inkomsten de uitgaven gedekt kunnen hebben. Op 1 mei1904 verloopt het huurcontract, de dames hebben het huis verlaten. Daarmee kwam een einde aan een mooi initiatief.