Hij werd de meesterknecht en in 1964 nam hij de zaak over. Gerards huwelijk strandde en hij besloot een beetje ontspannen op Texel te leven. Zijn vrouw werd de baas en nu mag zoon Gerard ten Hoedt junior (1952) zich directeur noemen van de winkel annex reparatie-inrichting Muller Muziek.
Specialisatie: trommels en blaasinstrumenten. "Maar voor rammeldingetjes kun je bij mij ook terecht." Gerard jr. wilde eigenlijk reclametekenaar worden, maar ja, je helpt je moeder, je rolt erin en nu stelt hij vast dat hij een prachtbaan heeft. Trouwe klanten, veelal uit de buurt, dankbaar als hij weer eens een trombone heeft uitgedeukt. Maar een paar jaar geleden zag hij in New York iemand met zíjn plastic tasje lopen en was hij apetrots. "Het was nog een heel versleten tasje ook. De man was op zijn beurt weer trots op dat tasje.
'Van boef tot advocaat', ze komen allemaal bij hem. "En allemaal tonen ze vooral hun leuke kanten. Ze maken muziek in de zaak, ze spreken af dat ze samen zullen spelen. En soms gebeurt dat dan nog ook." Denk niet dat hij een en al muziek is. "As je de hele dag tussen de instrumenten zit, ga je 's avonds niet ook nog eens toeteren." Hij kan, net als zijn vader, redelijk muziek maken, maar toch niet zo dat hij zich bij een band kan aansluiten. "Dan zou ik moeten oefenen." Zijn vader beperkte zijn openbare optreden ook tot trompetblazen op de tribune van het Olympisch Stadion.
Er komen traditioneel veel Surinamers in de winkel. Nedly Elstak, die in 1983 de Boy Edgar Prijs won, was al vaste klant van zijn moeder. "Hij zag er nog wel eens bedonderd uit en dan vroeg mijn moeder hem een paar dagen achter elkaar te eten. Kon hij er weer een beetje tegen. Hij had een jazzcursus geschreven en van mijn moeder kreeg hij adressen van muziekuitgevers. Daar ging hij met de bus heen, van Wormerveer tot diep in Friesland. Overal ving hij bot. Ten slotte heeft mijn moeder die boekjes zelf maar uitgegeven. Dat werd nog een redelijk succes ook."
Die steen boven de deur heeft ook met Surinamers te maken. Ten Hoedt legt het graag uit. "Er zijn trommels, de adjida's bijvoorbeeld, waar kwade geesten zich graag in nestelen. Vooral als je ze net gerepareerd hebt. Daar is wel wat aan te doen, maar dat inwijdingsritueel kost nogal wat tijd. Dus heeft een wintipriester de hele ruimte hier van geesten ontdaan. Ik heb zelf, tot plezier van het personeel, nog geholpen met het wegzwaaien van die figuren. En toen de zaak kwadegeestenvrij was, heeft die priester die steen neergelegd. Die houdt de zaak er verder potdicht voor. Een prima oplossing.
Dit artikel is onderdeel van een serie over Amsterdamse buurtwinkels die eind 2010 in Het Parool verscheen.