Frits Slicht
Aangezien Samuel vanwege de anti-Joodse maatregelen zijn niet-Joodse koren niet meer mag dirigeren, is hij aangewezen op het koor van de Grote Synagoge en het Amsterdams Joodse Koor. Ook het jeugdkoor van Mogein Dowied is, voor zover te achterhalen, niet meer bijeengeweest. Wat rest zijn vooral religieuze bijeenkomsten of bijeenkomsten met een strikt Joods karakter. Het adres van de culturele Commissie is Amstel 93. Bron: Het joodsche weekblad: uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam van 10-04-1942 
Zo organiseert de Joodse Raad, de afdeling Culturele Zaken (ook: Centrale Culturele Commissie), eind 1941 voor de Chanoeka week zeven bijeenkomsten met onder andere een optreden van het Amsterdams Joodse Koor op 14 december. De solisten zijn Jo Rabbie en Michel Gobets. Deze 14e december is de aftrap voor een serie goed bezochte bijeenkomsten in de gehoorzaal van Beth Hamidrasj Ets Haim (Leerhuis Boom des Levens), Rapenburgerstraat 109. Voor deze bijeenkomsten is een groot aantal sprekers geselecteerd (waaronder: prof. dr. D. Cohen, Sam de Wolff, dr. Alfred Klee, opperrabbijn L. H. Sarlouis, opperrabbijn Ph. Frank, M. H. Max Bolle, mr. Abel J. Herzberg en moré I. L. Seeligmann). Een Moré of moree is een joodse leraar (derde van drie graden waarvoor examen wordt gedaan, naast darsjan en magied. Bron: Sofeer.nl).
Vooral vanuit het Centrum en Oost hoopt men op een grote aanloop. De prijs van een kaartje is slechts 25 cent. De kaartjes worden verkocht bij het kantoor van de afdeling Culturele Zaken aan de Amstel 93 en bij alle Joodse boekhandels. De belangstelling blijkt zelfs zo groot dat er voor deze dag een tweede bijeenkomst wordt geregeld. Zo zijn er dus een ochtend- en een middagbijeenkomst. Later zal blijken dat beide bijeenkomsten zijn uitverkocht. De zaal en de galerijen van de grote zaal waren telkens tot de allerlaatste plaats bezet (400 mensen).
De 2 bijeenkomsten op 14 december 1941 kennen een afwisselend programma. Zo begint de ochtendbijeenkomst met een toespraak van prof. Cohen waarna hij de Chanoeka Cultuurweek voor geopend verklaarde. Daarna treedt het koor op met onder andere een pionierslied uit Erets Jisraeel (El Jiwnee Hagalil) en een horra (een Palestijnse dans van de pioniers). De genoemde voordrachtskunstenaar Jo Sternheim draagt een tekst voor uit het Boek Makkabeeën. Het is duidelijk dat deze (en latere) bijeenkomsten voorzien in een behoefte. Een behoefte om bij elkaar te zijn, een zoeken naar afleiding en ontspanning.