1895 is voor de Firma van Lier inderdaad een vervelend jaar. Zoals hiervoor (het vorige verhaal) al aangegeven, vond in mei 1895 de executieverkoop plaats. Op de een of andere manier is de kwestie van het waarom van de gedwongen verkoop uit het nieuws gebleven. Gelukkig zijn er de notariële akten. Het gaat om vier verschillende, maar letterlijk aan elkaar verbonden, akten. Wat was er aan de hand? Abraham van Lier had op 23 april 1883 een hypothecaire lening afgesloten voor maar liefst ƒ 175.000. Onderpand of waarborg waren de twee schouwburgen in de Amstelstraat en de Plantage Franschelaan. Helaas kon Abraham en na zijn overlijden in 1887 zijn erfgenamen (zijn drie zoons, zijn dochter en haar man) niet voldoen aan de voorwaarden. Zij bleven in gebreke op het gebied van aflossing en betaling van renten. Vandaar dan ook dat de hypotheekverstrekker, i.c. de NV Hollandsche Hypotheekbank, een procedure heeft gestart om de ‘Firma van Lier’ tot betaling te dwingen. Aangezien dit niet is gelukt, wordt gestart met de procedure tot het te gelde maken van de onderpanden. Opvallend is dat in alle stukken, de vier notariële akten, gesproken wordt over zowel de schouwburg in de Amstelstraat als de schouwburg in de Plantage Franschelaan. Waarom uiteindelijk de schouwburg in de Amstelstraat buiten de verkoping is gebleven, is niet duidelijk.
Het is duidelijk dat niet Marius Spree (in 1895 pas 19 jaar oud) en de wat oudere Frits Stoel die de schouwburg kopen, maar de heren Nijkerk en Duitz. Wie zij zijn en met welk doel zij de schouwburg hebben gekocht, blijft een beetje in het ongewisse. Spree en Stoel zijn louter de exploitanten. Waarschijnlijk gaat het om een huurovereenkomst. In 1898 wordt een deel van het terrein van de Plantageschouwburg verkocht. Zie daarvoor het verhaal: ‘De Schouwburg achter De Burcht’.
Keuring voor de militie
Maar voor Stoel en Spree in 1895 de schouwburg gaan bespelen, moet Marius Spree eerst nog worden gekeurd voor de militie. De keuring is in 1896 en het zou voor de voortgang van de schouwburg niet goed zijn geweest indien hij was goedgekeurd. Maar vanwege ‘lichamelijke gebreken’ wordt hij vrijgesteld van de dienst. Dankzij de gegevens van het militieregister is nu in ieder geval bekend dat hij 1 meter 68½ centimeter lang was en dat hij blond haar had en grijze ogen.