18 januari 1942
Op zondagochtend 18 januari is door het Bureau Culturele Zaken opnieuw een bijeenkomst georganiseerd. Van deze bijeenkomst is het programma bewaard gebleven en ook Het Joodsche Weekblad heeft deze bijeenkomst besproken. Er zijn sprekers (rabbijn Dünner en Sam de Wolff), een tweetal voordrachten door Jo Sternheim en een tweetal optredens van het Amsterdams Joodse Koor. Sam (eigenlijk: Salomon) de Wolff, die net zijn vrouw heeft verloren, spreekt deze ochtend over drie grote Joodse pioniers. In zijn toespraak herdenkt hij: Mozes Hess, Pinsker en Achad Haäm. Uit het krantenbericht blijkt dat er een ochtend- en een middagbijeenkomst zijn geweest. Het koor onder leiding van Samuel heeft alleen in de ochtend opgetreden. Dankzij het bewaard gebleven programma weten we wat er door het koor is gezongen. Jo Rabbie en Michel Gobets hebben enkele solopartijen voor hun rekening genomen. Helaas is niet bekend wie welke solo heeft gezongen. Van de tien uitgevoerde werken zijn er negen door Samuel bewerkt. Voor hen die de tekst niet kunnen volgen, de teksten zijn in het Hebreeuws en in het Jiddisch, is een korte omschrijving opgenomen in het programma. Hieronder een voorbeeld van zo’n omschrijving:
“KATARINA
Een Joodsche wandelaar wordt op zyn weg getroffen door de herhaalde kreet: ‘Katarina moloditsa poidy suyda’ (Katarina, schoone jonkvrouw, kom tot my). In vroom gepeins over deze woorden philosopheerend, komt hy, al phantaseerend, tot de conclusie, dat deze klanken bedoelen te vormen de Hebreeuwsche zin: ‘kat rino molei ditso podiso shadai’ (ontzaglyke jubelzang hebt Gy, Almachtige, bevryding gebracht).” (Bron: JHM: document D002593, Joodsche Raad, afd. Culturele Zaken)
Volgens het Joodsche Weekblad van 23 januari 1942 was deze bijeenkomst een groot succes. Er was, en dat ondanks de kou, geen plaats onbezet. En koud was het inderdaad, de gemiddelde temperatuur lag die dag op -9,5 ºC. De kou werd overigens verwacht, want in het programma staat dat: ‘de temperatuur het aanhouden van mantels en jassen wel wettigt’. Dat moest ook wel omdat de organisatie er niet in was geslaagd een vestiaire in te richten. Dat kon eenvoudig niet in dit gebouw!
Een drietal gelijksoortige bijeenkomsten zijn er ter gelegenheid van Pesach. Ook nu weer georganiseerd door de Centrale Culturele Commissie. Daarna volgen meerdere bijeenkomsten, al dan niet onder de vlag van deze Culturele Commissie. Regelmatig zal het Amsterdams Joodse Koor acte de présence geven. Mogelijk dat het koor wordt gevraagd omdat een van de solisten (Machiel Gobets) medewerker cultureel werk van de Joodse Raad is.
In mei tot en met juni 1942 zijn een aantal wijdingsbijeenkomsten. Het gaat om bijeenkomsten in diverse synagogen. Het is niet altijd duidelijk waarover deze bijeenkomsten gaan, het lijkt toch vooral te gaan om samen te zijn ‘in eigen kring’, saamhorigheid! Altijd is het Amsterdams Joodse Koor o.l.v. Samuel aanwezig. De laatste wijdingsbijeenkomst is op zondag 28 juni 1942 in de synagoge aan het Jacob Obrechtplein. Opmerkelijk, volgens het Joodsche Weekblad van 3 juli 1942, is het feit dat er een voorzanger van de Portugees Israëlitische Gemeente van Amsterdam aanwezig is. Niet alleen aanwezig, hij draagt de ‘Morgenoverpeinzing’ voor. Of zoals de krant schrijft: ‘Wellicht was dit de eerste maal in de geschiedenis der beide zustergemeenten, dat een gazzan der Portugese gemeente in een dienst der Ned. Isr. gemeente optrad’. Voor zover mij bekend is het verder de laatste keer dat Samuel heeft opgetreden met zijn Amsterdams Joodse Koor.