Voor de sanering en de renovatie (1910) waren er in de Valkenburgerstraat zeker achttien zogenaamde gangen, zeer smalle steegjes. Dit opvallende stratenpatroon dateert nog uit de tijd van de oude scheepswerfjes. Helemaal verdwenen zijn de scheepswerven nog niet. Zo heeft de weduwe Hinlopen in 1897 een scheepstimmerwerf 'Koning David' gelegen aan de Klokkengang tussen de percelen Uilenburgerstraat 69 en 81. Verder is er in ieder geval nog tot 1930 de werf De Valk van de Gebroeders Hinloopen (scheepsbouwmeesters en schuitenverhuurders).
Een veelal nauwe gang, een slop, voert naar een hofje, waarin de allerarmsten dicht op elkaar gepakt leven. Er wonen soms wel twaalf of meer gezinnen. Twee van dergelijke gangen zijn de Eendrachtsgang en de Liefdegang. Tussen deze gangen ligt een perceel dat zich over een aantal huisnummers uitstrekt; in de huisnummering van 1875 zijn dit huisnummers 74 t/m 102. In de zomer van 1885 moeten vrijwel alle bewoners van de huisnummers 72 tot en met 102 zijn verhuisd naar in dezelfde buurt gelegen adressen. De panden worden in dat jaar gesloopt ten behoeve van de bouw van de diamantslijperij. Het gaat om de stoomdiamantslijperij van de gebroeders Rudelsheim (Valkenburgerstraat 100).
In Amsterdam zijn er overigens meerdere gangen onder de naam Klokkengang of Liefdegang. Het gezin Biet zal nog enkele malen verhuizen. Met uitzondering van de Rustenburgerstraat, wonen zij altijd in de buurt van de Valkenburgerstraat. Als Judith wordt geboren, woont het gezin Biet op Rapenburg, nummer 20. Daarvandaan zal Judith trouwen met haar Sam én op dit adres gaan ze dus ook samenwonen. Vader Coenraad zal later afwisselend bij hen inwonen in de Kazernestraat 10 II, bij een zwager in de Valkenburgerstraat en in een pension aan de Plantage Parklaan 6 (Rusthuis Van Zweden). Uiteindelijk overlijdt hij in De Joodse Invalide.
Over het huishouden van het gezin Englander is weinig bekend. Maar zoals al eerder aangegeven werd op 7 mei 1922 dochter Cato geboren. Na ruim drie jaar wordt op hetzelfde adres hun tweede dochter geboren. Het gaat om Lea, geboren op 6 september 1925. Twee dagen daarvoor trad Samuel nog op met een Koor in het Wilhelmina Gasthuis.