Opvallend is dat op huwelijksakte Sam nog steeds vermeld staat als diamantslijper. Eliazer, de 34 jaar oudere broer van Sam, is getuige is bij dit huwelijk. Net als Sam staat ook hij nog vermeld als diamantslijper. De getuige voor Judith is haar broer Mozes, hij is kleermaker. Hun eerste huisadres is Rapenburg 20, het adres van de vader van Judith. Op dit adres worden ook hun twee dochters Cato (7 mei 1922) en Lea (6 september 1925) geboren. Na hun verhuizing naar de Kazernestraat10 II wordt hun zoon Nathan (16 maart 1932) geboren.
EXTRA Genealogie van het gezin van Coenraad Biet
Judith Biet en haar familie
Judith is geboren op 27 maart 1899 in het gezin van Coenraad Biet (geboren op 14 januari 1853) en Fijtje Biet - de Hond (geboren op 14 juli 1875). Fijtje Biet - de Hond overlijdt op 12 juni 1917. Het echtpaar kreeg negen kinderen: Johanna, Gompert (overleden in 1898), David (overleden in 1903), Mozes Coenraad, Joseph (overleden in 1898), Sara, Henrica, Aäron en Judith (bron: SAA, archiefkaart Coenraad Biet). Vader Coenraad is werkzaam geweest als sigarenmaker. Hoewel het natuurlijk moeilijk te bewijzen valt, heeft het gezin Biet hoogstwaarschijnlijk een armoedig bestaan gehad. Ik heb geen gegevens over zijn inkomen, noch die van zijn kinderen. Maar uit het feit dat hij gewoond heeft in de Uilenburgerstraat 71 in achtereenvolgens de Klokkengang (tot 1875, waarschijnlijk bij zijn ouders) en later in de Valkenburgerstraat 86, oorspronkelijk de hoofdstraat van het eiland Marken, de Liefdegang (tot 1881 met zijn vrouw Fijtje) geeft aan dat hij in ieder geval niet ‘op stand’ woonde.
Omgeving Rapenburg
Deze wijk (met Uilenburg en Valkenburg) van Amsterdam was in de 17e eeuw echt een maritieme wijk. In de omgeving zaten meerdere kleine scheepwerven. Na de verhuizing van de meeste werven naar de oostelijke eilanden werd de wijk woongebied. Hier vestigden zich vooral arme Oost-Europese Joden. Het woongebied liep helemaal vol. Vele gezinnen woonden bijna letterlijk bovenop elkaar. Waterleiding of riolering waren niet aanwezig. Niet vreemd dat de leefomstandigheden hier slecht waren. In 1910 besloot de gemeenteraad van Amsterdam tot een intensief sanerings- en renovatieproject.