Na de oorlog (3) herinneringen

Lou Nieweg en Leo Hoost

Verteller: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Auteur: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Nieuwe Keizersgracht
Fragment uit lang artikel met foto’s van Englander en Lou Nieweg (let op: de onderschriften zijn niet correct). Bron: het NIW van 19-12-1975

Fragment uit lang artikel met foto’s van Englander en Lou Nieweg (let op: de onderschriften zijn niet correct). Bron: het NIW van 19-12-1975

Tot slot zijn er nog twee lange artikelen van de hand van Leo Hoost in het NIW. Het is duidelijk dat deze Leo Hoost geïnspireerd is tot het schrijven van deze artikelen na een ontmoeting met Louis (Lou) Nieweg. Deze Lou Nieweg is het enige koorlid van het Koor van de Grote Synagoge die de oorlog heeft overleefd. Volgens Leo Hoost heeft hij tussen 1913 en 1940 in het synagogaal koor gezongen. Louis Nieweg is geboren op 4 oktober 1905. Hij zou daarmee wel een zeer jong lid van het koor zjn geweest. Een van de eerste optredens van Lou Nieweg, samen met Samuel, was in 1918 op de Joodsche Tuinfeestavond. Volgens het krantenbericht uit 1918 (het NIW van 23 augustus 1918) was hij toen 12 jaar oud. Samuel was niet alleen zijn dirigent, hij was ook zijn boezemvriend. Lou Nieweg heeft zijn herinneringen ook opgeschreven. Uit alles blijkt dat hij het moeilijk heeft gehad met zijn herinneringen. Er zijn meerdere versies, allen met verschillende doorhalingen, bewaard gebleven. Maar alle versies komen toch wel op hetzelfde neer. Hij heeft altijd een grote bewondering gehad voor de kwaliteiten van zijn grote vriend. Niet alleen als dirigent, maar ook als mens. Zo schrijft hij bijvoorbeeld, na een ontmoeting met de heer Kuil: “Zo was Englander, naast een voortreffelijk dirigent, een warmvoelend mens die het de normaalste zaak van de wereld achtte, met de gebruikelijke bak fruit, zieke koorleden opzocht.” (Bron: JHM, typoscripten van een artikel van L. Nieweg over Samuel Englander, Inv.nr. D007658)

Als Lou Nieweg bij de heer Kuil is, krijgt hij ook de brieven te lezen die Samuel heeft geschreven. Deze maken veel indruk en hij schrijft dat zowel de heer Kuil als hij zelf het moeilijk hadden bij het doorlezen van de brieven en andere bescheiden. In zijn artikel haalt hij de brieven van Samuel aan. Leo Hoost zal daar later weer uit citeren. Verder haalt hij, Leo Hoost,  nog een brief aan van Maurits Hamburg, een vriend van Samuel Englander. Deze schrijft op 14 juni 1943: “Tot mijn grote spijt moet ik U berichten dat alles vergeefs is geweest, E. is j.l. dinsdag doorgestuurd. Tegen het noodlot valt niet te strijden. Misschien is het wel juist, dat U Mr. Spruyt in deze zin een telefoontje geeft, dat U hem bedankt voor de tot op heden verleende medewerking, maar dat de bewuste persoon daar niet meer is, zodat elke actie verder geen zin heeft. Je kunt nooit weten hoe we later zo iemand nog eens nodig hebben. Waarom hebben de goden niet anders gewild? Laten we hopen, dat het einde nabij is.”

(Bron: JHM, typoscripten van een artikel van L. Nieweg over Samuel Englander, Inv.nr. D007658)

Terug naar de inhoudsopgave

Alle rechten voorbehouden

332 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe