Deel 16a – Trein 8.28 zit bijna op het verkeerde spoor

Hoe een dubbele pet soms niet lekker zit!

Verteller: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Auteur: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Portret van de oud-voorzitter van trein 8.28 en oud-wethouder E.J.Abrahams door W.F. Dupont. Bron: beeldbank SAA

Portret van de oud-voorzitter van trein 8.28 en oud-wethouder E.J.Abrahams door W.F. Dupont. Bron: beeldbank SAA

De Zaak Abrahams (politicus, wethouder en voorzitter van een liefdadigheidsinstelling)

Wat eigenlijk nooit in de stukken betreffende de vereniging naar voren is gekomen, is het feit dat hun voorzitter Dr. Ephraïm Joseph Abrahams lid was van de gemeenteraad en lange tijd ook wethouder. Nooit was er enige wanklank te horen, ook niet toen de gemeenteraad van Amsterdam subsidie verstrekte aan de vereniging. Maar in februari 1934 is er iets aan de hand waar De Telegraaf uitgebreid aandacht aan schenkt. Inmiddels is Dr. Abrahams namelijk ook wethouder Financiën. Wat zijn politiek tegenstanders stoorde was het feit dat hij via de vereniging ook nog een vergoeding kreeg van 2000 gulden per jaar. Daarnaast had hij, als wethouder van financiën, een subsidie van 26.100 gulden verstrekt aan trein 8.28. Een ongewenst toestand waaraan Dr. Abrahams een einde wilde maken, maar hij deed dit als lid van het bestuur, als voorzitter. Zijn (tweede) vrouw was secretaresse van het bestuur en ontving daarvoor 3000 gulden per jaar. Het bestuur besloot toen om de genoemde 2000 gulden toe te voegen aan het salaris van de secretaresse. Terecht kwam de vraag op, of dit wel een redelijk salaris was. De vereniging Trein 8.28 is een liefdadigheidsinstelling die leeft van contributies, schenkingen en giften. Past dit salaris van 5000 gulden wel bij een dergelijke instelling? Dat was de vraag die De Telegraaf zich stelt. In democratisch socialistische kringen is men net als de krant boos over deze misstand. Tel daarbij ook nog eens bij op dat Dr. Abrahams als wethouder zijn steun had gegeven aan het voorstel tot ontslag van de huwende ambtenares.

In het grote Memorboek is er ook (beperkte) ruimte voor deze kwestie. Dit schreef de historicus Mozes Heiman Gans:  “E.J. Abrahams (1875 - 1954) was arts en namens de Vrijzinnig Democratische Bond lid van de gemeenteraad en later wethouder van Amsterdam, waar hij zich speciaal met medisch-hygienische kwesties bezighield.

In 1920 schreef De Telegraaf over hem:

"Een stevig bestuurder. Spreekt langzaam, soms met zijn handen. Organiseert de Gezondheidsdienst en de Geneeskundige dienst. Geef hem vijfentwintig jaar en het zal een toer zijn om in Amsterdam ziek te worden of dood te gaan. Hij kreeg die vijfentwintig jaar niet. In 1934 brak een enorme rel tegen hem los, die aanleiding werd tot zijn aftreden. Economische crisis en het opkomende fascisme maakten het klimaat rijp voor relletjes. Het waren echter vooral ook zijn felle, oude politieke tegenstanders, de socialisten onder wie vooral De Miranda, die een schoonheidsfout van Abrahams tot een misdaad opbliezen. Hij was bestuurslid van de vereniging "Trein 8.28". Handelsreizigers, die 's morgens met de trein Amsterdam verlieten hadden geld bijeengebracht om Amsterdamse bleekneusjes een paar weken naar een vakantie-kolonie te sturen. Nu bleek dat Abrahams voor zijn werk ten behoeve van die vereniging betaald werd en dat was vooral voor een wethouder ontoelaatbaar.”

Terug naar inleiding en inhoudsopgave

Naar verhaal 16b

Alle rechten voorbehouden

117 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe