In 1923 lijkt er eindelijk schot te komen in de uitbreidingsplannen van Soest. Verschillende bestuurslagen maken geld vrij voor deze plannen en stellen zich garant voor een lening bij de Rijksverzekeringsbank. Inmiddels is er ook een nieuwe voorzitter gekozen. Het gaat om de heer Dr. Ephraïm Joseph Abrahams die in de jaarvergadering (gehouden december 1922) de voorzittershamer mocht overnemen van H.F. van Reysen jzn. Het afscheid van de oud-voorzitter is zonder al te veel publiciteit afgehandeld en dat terwijl hij de vereniging leiding heeft gegeven vanaf 1903-1904!
Uitbreiding Soest gaat wel/niet door
In dezelfde vergadering werd ook vermeld dat de uitbreiding van het herstellingsoord te Soest eindelijk kan beginnen. Maar die gaan uiteindelijk toch niet door, een alternatief blijkt namelijk een stuk goedkoper. De verplichtingen ten aanzien van hypotheek en rente werden toch als te bezwaarlijk gezien.
Vosseveld
Het alternatief is de aankoop van het ‘buitengoed Het Vosseveld’, ook te Soest. De opening geschiedde op 25 oktober 1925. Het Algemeen Handelsblad is bij de feestelijke opening en doet verslag van de vele plichtplegingen om daarna een korte beschrijving te geven van het gebouw. Volgens de verslaggever gaven de slaapkamers, de zalen en de lighallen een prettige indruk wat betreft inrichting enz. De inrichting is modern en praktisch ingericht en beidt plaats aan 50 kinderen.
De Telegraaf is uitgebreider in haar verslag en gaat toch vooral in op het gebouw zelf en minder op de vele officiële activiteiten. De krant spreekt over ‘welk een paradijsje’.
Een (lang) fragment:
“Het bekijken van die zalen waar in alle kleinigheden een zorgende vrouwenhand te bespeuren is. is een genot op zichzelf. Hel hoofdgebouw bevat een ruim trappenhuis, een groote lichte eetzaal, een zitkamer voor de geleidsters die tevens speelkamer is en die een bijzonder gezeïligen indruk maakt, de kamer voor de directrice en de keukenafdeeling, met bijbehoorende bergplaatsen voor het tafelgerei alles practisch en eenvoudig en bovendien zeer hygiënisch ingericht. Uit deze afdeeling komt men regelrecht in het aangebouwde gedeelte, waar een groote garage werd omgetooverd in een heerlijk zonnige ziekenzaal met kamertje voor de verpleegster en apart keukentje. Ook de kinderingang met rijen kapstokken aan weerszijden planken voor modderige schoenen,keurige waschbakken, waar na iedere wandeling de handjes worden gereinigd, is buitengewoon hygiënisch ingericht.
De slaapgelegenheden: één groote zaal met 20 bedden voor de jongens, drie kleine zaaltjes met samen 22 bedden voor de meisjes van verschillenden leeftijd, zijn boven, waar men een heerlijk uitzicht beeft over bosch en heide; bij iedere zaal behoort een waschkamer met vaste waschtafels. die voorzien zijn van standaartjes aan den muur, waar ieder kind zijn kroes, zijn eigen stuk zeep. tandenborstel en kam — de laatste in een wit katoenen zakje, kan opbergen. Ook een mooie groote badkamer met douches ontbreekt niet, terwijl op de gang een enorme „kofferkast" het linnengoed van de logeetjes bewaart, dat gedurende hun verblijf door kleeding van het huis wordt vervangen.”
Bron: De Telegraaf van 27-10-1924