Op vrijdag 4 september 1942 schrijft Samuel opnieuw een brief aan de heer Kuil van het koor Kunst en Strijd. Hij schrijft eerst over de naalden van de draaitafel die hij beloofd had, maar vergeten was af te geven. Met een naald kan je zeker twee kanten spelen!
Het vergeten, was het gevolg van de akelige stemming die er heerste ‘die donderdag’. Wat Samuel met dit laatste precies bedoelt, is niet duidelijk. In ieder geval kan het niet zijn dat hij op die betreffende donderdag een uitvoering heeft gehad met het koor. Het koor is inmiddels door de Duitse bezetter ‘geliquideerd’ (in de woorden van de heer Kuil). Ook een repetitie kan het niet zijn geweest. De heer Kuil schrijft in een brief van juni 1943 namelijk dat die op 26 oktober 1941 was. Misschien heeft hij gesproken met het bestuur, of is hij bij het gezin Kuil op bezoek geweest. Maar in juni 1941 was de ‘bewegingsvrijheid’ van de Joden al beperkt. Het gezin Kuil woont op de Havikslaan in Amsterdam-Noord.
Vervolgens gaat Samuel in op de ontstane situatie: “…. mochten wij van hier vertrekken, heeft U in ieder geval, het mooiste, aan ons beider schoonste herinneringen en de uitvoering van het grootste gebeuren van ‘Kunst en Strijd’. Hoewel er zeker het een en ander aan te merken zal zijn, moet een ieder die dit werk zal beluisteren, erkennen, dat ONS NOOIT TE VERGETEN KOOR hiermede een haast boven alle lof verheven prestatie heeft geleverd. Daarvoor dank ik U heer Kuil als Voorzitter, het voltallige Bestuur en alle dames en heeren, uit den grond van mijn hart.“(Bron: JHM, inv.nr. D006277)
In juni 1943 verspreidt de heer Kuil de afscheidsbrief van 4 september 1942 in een circulaire onder de leden. Hij voegt daar een begeleidende brief aan toe. Ter verduidelijking schrijft hij bijvoorbeeld, verwijzend naar de eerste alinea van Samuel’s brief, dat het hier gaat om de grammofoonplaten van het door het koor (Kunst en Strijd) uitgevoerde werk: Awodath-Hakodesh.
Deze uitvoering was op 25 maart 1940. Maar, voor zover bekend, zijn daarvan geen opnamen gemaakt. Het gaat dus hoogstwaarschijnlijk om een uitvoering door een ander koor. In ieder geval is bij mij niets gebleken van een opname op de ouderwetse grammafoonplaat.