Hoewel ik niets wil afdoen aan al zijn goede werken die hiervoor aan bod zijn gekomen, denk ik dat zijn rol in en bij het genoemde Ned. Isr. Jongensweeshuis de meeste aandacht en waardering verdient. In 1935 wordt uitgebreid stilgestaan bij het feit dat Jacobus Lob al 25 jaar Regent is bij het weeshuis. In het uitgebreide artikel in het NIW van 20 september 1935 wordt gememoreerd dat hij al in zijn jeugdjaren betrokken was bij de propagandacommissie van het weeshuis. Zo zou hij in de jaren ‘90 van de 19e eeuw zou hij samen met anderen een concert hebben georganiseerd ten bate van het weeshuis. Jacobus is met zijn activiteiten voor het Jongensweeshuis in de voetsporen van zijn vader Mozes Izaak getreden.
Het notulenboek
Van de vereniging Megadle Jethomim is het notulenboek over de periode vanaf 21 april 1936 tot en met 17 jan. 1943 bewaard gebleven. Triest genoeg wordt op de eerste pagina stilgestaan bij het overlijden van de vrouw van Jacobus: Liberta. Hij, Jacobus, spreekt zijn dank uit in de vergadering van 21 april 1936 voor de blijken van medeleven die hij heeft mogen ontvangen. Hij spreekt uit dat ook zijn vrouw grote belangstelling had voor het weeshuis. Als aandenken aan haar biedt hij het College van Regenten een zilveren theeservies aan, waaraan zijn vrouw zeer gehecht was. Daarnaast, ook ter nagedachtenis van zijn vrouw, biedt hij het weeshuis een hoogtezonlamp aan. Vervolgens gaat de vergadering over tot de orde van de dag. De bezettingsjaren
Essentieel in de geschiedenis van het Jongensweeshuis is de periode na de meidagen van 1940. Lijkt er aanvankelijk weinig aan de hand, dat blijkt ook uit de interne stukken (het notulenboek), de gewone dagelijkse beslommeringen worden besproken. Dat verandert als er een inkomend schrijven is, gedateerd op 1 oktober 1941. De brief is afkomstig van de Commissaris voor niet – commerciële Verenigingen en Stichtingen. Besloten is om de vereniging Megadle Jethomim te ontbinden en dat de ontbonden vereniging onmiddellijk na ontvangst: “……van dit schrijven op de rekening Gruppe 6 bij de Handelmaatschappij H. Albert de Bary N.V. A’dam het liggende vermogen t.w. contante gelden, baak- en postcheque - saldi moeten worden overgeschreven.”
Daarbij worden ook alle andere activa en passiva gerekend en wordt verwacht dat alles wordt overgedragen.
De Joodse Raad
Tegelijkertijd is er informatie binnengekomen dat De Joodse Raad op de hoogte is gesteld van de genoemde opheffing en dat het beheer door de Raad wordt overgenomen.
Om een en ander te verduidelijken zou er op 15 oktober een bijeenkomst zijn van het ‘oude bestuur’ en De Joodse Raad. Ter voorbereiding is er op de 9e oktober ‘ten huize van de voorzitter’ (dat is Lob) een bespreking zal zijn waar ook een vertegenwoordiger van De Joodse Raad, i.c. de heer Arnold van den Bergh is uitgenodigd.
Het zittende bestuur zal vanaf bovengenoemde beslissingen onder toezicht van De Joodse Raad ‘worden voortgezet’.
OF NAAR: Verhaal 85