Jacobus Lob, na de Distel (85) het weeshuis – dl.2

J.M. Lob en Het Nederlandsch Israëlitisch Jongensweeshuis in Amsterdam, Megadlé Jethomim – 2

Verteller: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Auteur: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Valckenierstraat
Overlijdensbericht van Jacobus Lob, bron: Algemeen Handelsblad van 19 februari 1942

Overlijdensbericht van Jacobus Lob, bron: Algemeen Handelsblad van 19 februari 1942

In het voorgaande deel over het Joodse Weeshuis wordt de naam van Arnold van den Bergh genoemd. Over hem heeft Rob Snijders een uitgebreid verhaal geschreven. In dit verhaal in Joods Amsterdamook aandacht voor het feit dat hij in 2022, ten onrechte, genoemd werd als ‘de verrader van Anne Frank’.

‘Dagelijkse beslommeringen’

Uit de notulen van na 15 oktober 1941 blijkt dat men de dagelijkse gang van zaken blijft volgen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de salarissen van het personeel, over de ziekenfondspremie, de vervanging van keukengerei of over de aanmelding van nieuwe bewoners, maar ook wordt vermeld welke jongens het weeshuis hebben verlaten. Wat betreft het laatste valt op te merken dat het aantal aanvragen ‘door moeders van wie de echtgenoten in het buitenland zijn overleden’ is toegenomen. De aanvragen betreffen de plaatsing ‘hunner kinderen’ in het weeshuis. Soms wordt ingegaan op de achtergrond van de moeders, over hun financiële situatie, maar ook over de gezondheid. Bijvoorbeeld Mevr. Esther Wertheim – Rodrigues Lopes de Lara. Haar man, Machiel, was een van de slachtoffers van de razzia in februari 1941. Zie themasite razzia.

Foto’s van de marktkaart van Machiel en Esther Wertheim, bron: indexen SAA

Foto’s van de marktkaart van Machiel en Esther Wertheim, bron: indexen SAA

Op 23 maart 1941 werd hij in Buchenwald vermoord. Dit laatste werd natuurlijk niet vermeld in de notulen, wel dat hij was ‘overleden in het buitenland’. Haar drie zoons werden, voor zover het onderzoek van et weeshuis dit zou toelaten, opgenomen in het weeshuis. Er waren overigens ook nog twee jonge dochters, daar werd niet naar verwezen. Maar ook zij kwamen in het weeshuis terecht, het meisjesweeshuis in de Rapenburgerstraat. Ik leid dit af uit de adresgegevens van hun archiefkaarten. Esther komt later in ‘algemene dienst’ van De Joodse Raad. Of de kinderen dan weer bij haar thuis komen te wonen? Zo dagelijks was duidelijk allemaal niet, zeker niet met de kennis van nu.

 Afscheid van de voorzitter

Voor zover duidelijk is Jacobus Lob, de voorzitter van de vergaderingen, op 7 december 1941 voor het laatst aanwezig. Op 25 januari 1942 wordt gemeld dat hij vanwege ziekte helaas niet aanwezig kan zijn. Het betreft de bijeenkomst van ‘het College van voormalige regenten en regentessen (thans geheeten Commissie van Beheer van den Joodsche Raad voor Amsterdam, afdeling N.I. Jongensweeshuis Megadle Jethomim en Dames – Comité”).

Foto van Siefried E. Gompen, bron: Joodsmonument

Foto van Siefried E. Gompen, bron: Joodsmonument

Het is de vice – voorzitter (Siegfried Eduard) Gompen die de vergadering leidt, bij ontstentenis van de voorzitter. Hij spreekt de wens uit voor een spoedig herstel van Lob. Dit herstel zou er helaas niet meer komen. Nog geen maand later overlijdt Jacobus Mozes Lob op 19 februari 1942.

Terug naar de inhoudsopgave

OF NAAR: Verhaal 86

Alle rechten voorbehouden

62 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe