Nadat ik al eerder een uitgebreid verslag over de wijnhandel Stein heb geschreven, nu een verslag over de wijnhandel van De Beer. Deze wijnhandel was gevestigd aan het Waterlooplein 15. De aanleiding voor het artikel in De Joodsche Prins is de aankomst van een niet alledaagse lading aangevoerd in het Handelsentrepot. Het gaat om een grote hoeveelheid wijn. Om een indruk te krijgen over de omvang heeft men een rekensom gemaakt. Het gaat om een hoeveelheid wijn de gelijkstaat aan 15.000 flessen per maand. De aankomst is aan het Handelsentrepot te Amsterdam (nu aan de Cruquiusweg, de toenmalige pakhuizen zijn inmiddels verbouwd tot appartementen). Elk jaar laat de firma een dergelijke hoeveelheid per trein aanvoeren. Men heeft voor deze optie gekozen om de vervoerskosten te drukken en daarmee de concurrentie met zowel buitenland als groothandel aan te kunnen gaan.
Dankzij de welwillende medewerking van de firma De Beer is het de fotograaf van De Joodsche Prins toegestaan enige foto's te maken. Op een eerste foto is de vertegenwoordiger van het Rabbinaat zichtbaar. Het gaat hier om de Schoumer, de heer Rijndorp (bovenaan het verhaal). Hij moet toezien dat de regels worden toegepast. Het gaat tenslotte om koosjere wijnen. Het gaat overigens om twee ladingen die gelost moeten worden. De eerste betreft een wagonlading koosjere wijnen uit Hongarije.
De tweede betreft een scheepslading wijn uit de wijnkelders van Richon te Zion. In dit tweede geval gaat het om 96 vaten met een totaal gewicht van 26009 kg. Deze wijn, 'uit het land der Joden', is met het stoomschip Naxos 31 van de Duitse Levant-lijn vanuit Jaffa (Havenstad en tegenwoordig deel uitmakend van de gemeente Tel Aviv – Jaffa. In 1913 maakte het nog deel uit van het Ottomaanse rijk, vanaf 1917 ‘onder Brits bestuur’) naar Hamburg vervoerd. Per trein is de wijn daarna naar Amsterdam vervoerd (zie de afbeelding).
VOOR DEEL 2, GA NAAR: DEEL 2