Hoewel algemeen wordt aangenomen dat de plateelfabriek De Distel in 1895 door Jacobus Lob werd opgericht is er tot 24 december 1897 in de pers niets van terug te vinden. Plateel is, misschien wat kort door de bocht gezegd, geglazuurd aardewerk. Het gaat dan zowel om sieraardewerk als tegels. Tegels die verwerkt kunnen worden in een tegeltableau. Over het procédé van het maken van plateel volgt later meer.
Het begin
In de Nederlandsche Staatscourant van 29 januari 1898 staat de volgende aankondiging: “Heden, den vier en twintigsten December 1897, verschenen voor mij, Julius Compris, notaris ter standplaats Amsterdam, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen: de heeren: David Henri van Biema Nijkerk, Gompel Bloch, Isidore van Biema, en Jacobus Lob, zich teekenende J. M. Lob, allen koopman en allen wonende te Amsterdam, die ver. klaarden bij deze te willen oprichten eene naamlooze vennootschap onder de navolgende bepalingen: Art. 1. De vennootschap draagt den naam: Plateelbakkerij „ De Distel". Zij is gevestigd te Amsterdam.”het doel van de vennootschap was kort maar duidelijk: Zij heeft ten doel de vervaardiging en den verkoop van kunstaardewerk.
Uit artikel 6 blijkt verder dat: “Door de heeren Jacobus Lob en Gompel Bloch, wordt als volledige storting hunner deelname in de vennootschap ingebracht de handel of nering, verbonden aan de door hen tot dusverre onder de firma „ J. M. Lob" gedreven fabriek van kunstaardewerk, de aanwezige voorraden van materiaal, het geheel of gedeeltelijk afgewerkt fabrikaat en de inventaris, benevens al hunne kennis, ervaring en goeden wil met betrekking tot deze fabricage.”
De volledige tekst uit de Staatscourant is HIER te lezen.
Een eerder begin
Uit deze afkondiging in het Staatsblad blijkt heel duidelijk dat er al een plateelfabriek bestond, hoewel hier benoemd als ‘fabriek van kunstaardewerk’. Vanaf het begin is dan ook duidelijk dat het om meer gaat dan het gewone aardewerk, er zou kunstaardewerk worden geproduceerd. Over beginperiode (1895 – 1898) kon ik later op terug.
Tot directeuren worden benoemd: Isidore van Biema, David Henri van Biema Nijkerk. Gompel Bloch en Jacobus Lob, en tot gedelegeerd directeur voor de dagelijkse zaken de heer Gompel Bloch. Formeel is dit niet in overeenstemming met wat in het Staatsblad werd afgekondigd. Maar aangezien er nog geen algemene aandeelhoudersvergadering gehouden was, is gekozen voor deze ‘afwijkende oplossing’.
Naar: Verhaal 2