Frits Slicht
Jacobus Lob is de drijvende kracht van het nieuwe bedrijf. Uit de weinige persoonlijke aantekeningen van oud werknemers blijkt dat hij een energieke persoonlijkheid was die waar het ook maar kon talentrijke schilders, tekenaars en ontwerpers wist binnen te halen. Misschien was de tijd er ook wel rijp voor. Nederland werd, zoals het soms wel wordt geformuleerd, stormenderhand veroverd door de nieuwe stijl, de Jugendstil. Het was dus zaak om ontwerpers die daar oog voor hadden aan te trekken.
Bert (Lambertus) Nienhuis (14 november 1873 – 26 mei 1960)
Bert Nienhuis was op achttienjarige leeftijd naar Amsterdam gekomen om te studeren aan de Kunstnijverheidsschool. Bert Nienhuis had een moeilijke start in het leven. Nadat beide ouders op jonge leeftijd waren overleden kwam hij terecht in het weeshuis van zijn geboorteplaats Groningen. Jong is toch een relatief begrip, want zijn vader overleed in 1890, zijn moeder veel eerder en wel in 1875. Maar een man alleen werd geacht niet goed voorde kinderen te kunnen zorgen, mogelijk dat daarom het weeshuis in beeld kwam. De vader van Bert, van beroep ‘grutter’, heette net als diens vader ook Lambertus.
In het weeshuis werd de suggestie gedaan om een schildersopleiding te gaan doen, huisschilder wel te verstaan. Maar gezien zijn tekentalent besloot hij over te stappen naar de kunst. Na vier jaar te hebben gestudeerd aan Groninger Akademie Minerva kwam hij op tweeëntwintigjarige leeftijd naar Amsterdam. Daar wist hij snel werk te vinden, want: “In Amsterdam was Jacobus Lob druk bezig talentvolle jongelieden te binnen te halen voor De Distel. Bert Nienhuis was mogelijk de eerste of op zijn minst een van de eersten. Op dat moment werd Nederland stormenderhand veroverd door de Jugendstil. Nienhuis werd van de Amsterdamse kunstnijverheidschool 'geplukt' door de jonge ondernemer Jacobus Lob(1872-1942) die een schilderontwerper zocht voor zijn nieuwe plateelbakkerij De Distel. Bron: Nieuwsblad van het Noorden van 17-08-1990 Ringdijk, Uitgever H. Jansen Ringkade Amsterdam, rond 1900 uit de collectie prentbriefkaarten SAA. 
Naar de Watergraafsmeer
Bij het Stadsarchief is terug te vinden dat hij op 17 september 1897 is ingeschreven in de Gemeente Watergraafsmeer. In eerste instantie wordt hij ingeschreven als kunstschilder, later als plateelschilder. Er zijn drie vermeldingen, bij slechts een wordt het adres Ringdijk genoemd. Uit de gegevens blijkt dat verder dat hij eerder in Amsterdam had gewoond, maar daar ontbreken de gegevens van. Het vermoeden is dat hij kort na de start van De Distel in 1895 begonnen is als schilderontwerper. Aan dezelfde Ringdijk zal hij later een eigen kleine plateelbakkerij beginnen. Het adres is Ringdijk 34. De eigen plateelbakkerij geeft hij de naam “Lotus”. Naam Lotus op een tegeltableau, oorspronkelijk voor een bakkerij in de Haarlemmerstraat, bron: Frits Slicht 
NAAR: verhaal 12