Werk
Dankzij de website die hiervoor (vorig verhaal) al werd geciteerd, is bekend dat hij veel en fraai werk voor De Distel heeft geproduceerd. In het stadsbeeld van Amsterdam is er in de Jan Luijkenstraat nog mooi tegelwerk te zien en wel op de nummers 13 – 19.
Concurrentie?
In het jaar 1901, zo schrijft Bert Kleinmeijer in de biografie, komt Bert Nienhuis bij De Distel. Deze Nienhuis is volgens hem in menig opzicht de meerdere van Cornelis. Gevolg is dat hij zijn bevoorrechte positie als artistiek leider kwijt raakt. Twee jaar later vertrekt hij daarom bij De Distel.
Na de Distel, invloed van Heystee
Na de jaren bij de Distel is hij werkzaam bij diverse plateelfabrieken. Onder andere bij de Dordtsche Kunstpotterij (DKP) en de Plateelbakkerij Delft in Hilversum (PBD). Grote steun ontvangt hij van de in Amsterdam gerenommeerde tegelhandelaar A.M.A. Heystee. . Aanvankelijk zat diens bedrijf aan het Rembrandtplein op nummer 35, naast het Rembrandt theater. Bij de DKP regelt hij dat alleen Cornelis zijn tegelbestelling mag vervaardigen. Tegels voor bekleding van wanden en vloeren werden toen aan het begin van de 20ste eeuw gezien als hygiënisch. Gezien de nieuwe hygiënewetgeving gingen veel levensmiddelen gerelateerde bedrijven over op tegelbekleding.
Enkele belangrijke opdrachten voor Heystee waren bijvoorbeeld de tegelbekleding van Theater Tuschinski, de tegels van de C&A aan het Damrak en vele winkels van De Gruyter. Volgens het ‘Amsterdamse School Platform Wendingen’ is het zeer waarschijnlijk dat het Cor de Bruin was die meegewerkt heeft aan de buitengevel van Tuschinski.
Als Cornelis breekt met DKP in 1906 en later ook met de Plateelbakkerij Delft in 1910 blijft Heystee hem steunen. Het werken voor plateelbakkerijen blijft doorgaan. Daarnaast schildert en boetseert hij. Zo ontwerpt hij voor Het Rode Blok aan de Harmoniehof een aantal beelden. Het is niet helemaal duidelijk of hij alleen het ontwerp heeft gemaakt. Later zou hij wel ‘klein formaat’ beeldjes maken.
Bijzondere opdracht
Bijzonder is zijn bijdrage aan de Synagoge in de Linnaeusstraat. In het NIW van 14 september 1928 wordt het aldus verwoord: “…. den fraai betimmerden kap met de door den kunstschilder Comelis de Bruin artistiek beschilderde gemetaliseerde platen”. In de biografie noemt Kleinmeijer het abstract decoratief beschilderde metalen panelen. Helaas zijn er van deze panelen voor zover ik weet geen afbeeldingen bekend.
Tot slot
Cornelis de Bruin heeft een meer dan ruim oeuvre nagelaten, vooral als het gaat om zijn schilderwerk. Hij wordt als zeer productief omschreven, hij schilderde op een impressionistische wijze. Hij overleed op 70 jarige leeftijd in Amsterdam.
NAAR: Verhaal 27