Jeugdjaren
De eerste levensjaren van Philip bracht hij onder andere door op de Zwanenburgwal en de Rapenburgerstraat kijkend naar het bevolkingsregister over de periode 1874 – 1893. Philip komt nog een keer terug in de zogenaamde ‘Overgenomen Delen’. Dat was maar voor een korte periode, tussen een verblijf in Den Haag en Arnhem (27 december 1912 – 8 augustus1913 . Hij heeft toen tijdelijk ingewoond bij Pezaro op de Nieuwe Achtergracht 25 II en bij Cauveren in de Transvaalstraat 70 I. Zijn beroep was sierkunstenaar (tekenaar)!
In 1906 werd hij gekeurd voor de militie. Zelf gaf hij aan lichaamsgebreken te hebben als reden voor een afkeuring. Aanvankelijk werd hij wel ‘tot den dienst aangewezen’, maar later toch weer afgekeurd. De reden voor afkeuring was gebaseerd op artikel 100, een hersenbreuk. Bron: Nationale Militie - Reglementen Geneeskundig onderzoek 1904. Hersenbreuk mag of moet je lezen als een schedelfractuur of breuk. Heeft Philip in zijn jeugd een ongeluk gehad?
Huwelijk
In augustus 1913 vertrekt Philip naar Arnhem om een paar maanden later, op 12 november 1913 te trouwen met Marianne Flora Groenstad. De afkondiging van het huwelijk had plaatsgevonden in Amsterdam en wel op de 25ste oktober 1913. In de akte wordt nog vermeld dat er een ‘bewijs van onverbindende afkondiging’ is overlegd, door tussenkomst van de kanonrechter. De beide ouders waren het niet eens met het huwelijk en hadden geen toestemming verleend. Eén van de getuigen van het huwelijk was Leman Lakmaker, de latere uitgever van de Wereldbibliotheek, zo prachtig weergegeven en verteld door zijn kleindochter Joosje Lakmaker.
Voor de verdere carrière van Philip van Praag verwijs ik naar de website: https://www.philipvanpraag.nl/
Tot slot de laatste alinea’s van deze prachtige website: Het afscheid
Het leven in vrijheid van Philip van Praag eindigde in de zomer van 1942. Leden van de Deventer Kunstkring boden hem in augustus een onderduikmogelijkheid, maar hij wilde daar geen gebruik van maken. Eind augustus werden hij en een aantal andere joodse mannen uit Deventer, waaronder Sam Noach, opgepakt en afgevoerd naar het werkkamp De Wittebrink in Hummelo. Hier tekende hij nog vele portretten, deze zijn helaas verloren gegaan. Begin september meldt hij zijn twee zonen per brief dat hij voor zijn vertrek uit Deventer twintig exemplaren van de linoleumsnede van de Geranium heeft laten afdrukken ‘voor vrienden als herinnering’. Hij voegt daar aan toe: ‘Gek, toen ik hem voor 4 jaar maakte, was ik er niet over tevreden, toen ik hem nu terugzag, kon ik hem meer waarderen, omdat de tekening begrijpelijk is ….’
Op 3 oktober werden de mannen vanuit De Wittebrink overgebracht naar Westerbork, waar zijn echtgenote en dochter Janny inmiddels ook opgesloten waren. De uittocht uit het werkkamp beschreef hij als ‘een stille begrafenis achter het lijk van onze hoop’. Op 8 oktober schreef Philip een laatste brief vanuit Westerbork, in zijn woorden ‘het voorportaal van de hel’. Op 12 oktober 1942 kwam in de gaskamers van Auschwitz een einde aan het leven van Philip van Praag (55 jaar oud), zijn vrouw Marianne Flora (54 jaar) en zijn dochter Janny (18 jaar). Zoon Bert (26 jaar), eind oktober opgepakt in Den Haag, zou hen slechts enkele maanden overleven, ook hij vond de dood in Auschwitz.
Alleen hun zoon Philip van Praag zou de oorlog overleven. Hij is in het jaar 2000 overleden.
NAAR: Verhaal 29