Plateelfabriek De Distel (52)

Tegels in soorten en maten (1)

Verteller: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Auteur: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Valckenierstraat
Streekdracht tegels van De Distel in matglazuur, bron: Keramisch Museum Goedewaagen (2), mogelijk uit de collectie van Bert-Jan Baas.

Streekdracht tegels van De Distel in matglazuur, bron: Keramisch Museum Goedewaagen (2), mogelijk uit de collectie van Bert-Jan Baas.

In de verhalen hiervoor is regelmatig het onderscheid gemaakt tussen de door De Distel gebruikte en geproduceerde tegels. In het begin werden de tegels van elders aangevoerd, later is men die zelf gaan produceren. Thorn Prikker die ik al eerder heb aangehaald, schrijft in 1905 over de door De Distel geproduceerde tegels. Hij noemt twee soorten: de matglazure en de glimmende tegels: … het eerste heeft het practische voordeel dat het nooit berst en dus voor buitenwerk meer geschikt is. Uit een artistiek oogpunt heeft het, bijvoorbeeld in den gevel van huizen aangebracht, het voordeel van met den baksteen oud te worden; de tijd gaat er overheen, terwijl de glimmende tegels op soms hinderlijke manier in oudere gevels naar voren springen. Daarentegen worden de glimmende tegels gemakkelijker gereinigd. Bron: Thorn Prikker – Nederlandsche Kunstnijverheid (blz. 50)

Bakken van tegels

In het hoofdstuk over De Distel beschrijft hij het productieproces van de tegels. Hij maakt voor het bakproces geen verschil tussen het ‘bakken van aardewerk’ en ‘het bakken van de tegels’. In beide gevallen gaat het om ‘kapsels’. In het geval van bijvoorbeeld vazen gaat het om een soort in klei gebakken dozen waarin deze worden neergezet. Voor tegels heeft men kapsels, die zoodanig ingericht zijn, dat heele rijen vlak naast elkander worden gezet. De kapsels dienen om de te bakken voorwerpen tegen de directe inwerking van het vuur te beschermen. (Bron: Thorn prikker, blz. 49)

Herinneringstegel (in matglazuur) met opschrift: 'Elisabeth Peck heeft den 8en augustus 1903 den eersten steen van dit gebouw gelegd'. Afkomstig uit het woonhuis van de familie Peck, aan het Singel te Amsterdam, in 1976 gesloopt., bron: Geheugen, delpher.nl

Herinneringstegel (in matglazuur) met opschrift: 'Elisabeth Peck heeft den 8en augustus 1903 den eersten steen van dit gebouw gelegd'. Afkomstig uit het woonhuis van de familie Peck, aan het Singel te Amsterdam, in 1976 gesloopt., bron: Geheugen, delpher.nl

Het matglazuur zou Jacobus Lob voor het eerste hebben gezien op een reis in Duitsland. Hij zou daar op de Leipziger Messe kennis hebben genomen van het matglazuur. Hij had genoeg zelfkennis om een van zijn medewerkers, de erkende keramist Klaas Vet, naar Duitsland te sturen om aldaar het procédé te leren. Later zou Bert Nienhuis beweren dat hij het procédé van het maken van matglazuur geheel en al zelf bedacht zou hebben. Vanaf het jaar 1902 ongeveer werden de matglazuren tegels door De Distel in de markt gezet. De tegels met de geometrische of vloeiende abstracte motieven waren vanaf dit begin een groot succes.

In 1903 zou Klaas Vet vertrekken bij De Distel om zijn eigen bedrijf op te zetten. Lob was furieus op Vet dat hij ‘de geheimen’ meenam. Het heeft meer dan een decennium geduurd voor beide mannen weer met elkaar in zee wilden. Dat was in 1914 in het kader van de aankomend Wereldtentoonstelling in San Francisco een jaar later. Samen met de Arnhemsche Fayencefabriek van Klaas Vet en andere concurrenten als De Porceleyne Fles en de Plateelbakkerij Zuid-Holland wilde men komen tot een gezamenlijke inzending. Dat is ook gebeurd, maar of zij indruk hebben gemaakt, is niet bekend. In de kranten was er wel aandacht voor de ‘Panama-Pacific International Exposition’, maar het was ook de tijd van de Eerste Wereldoorlog. 

Terug naar de inhoudsopgave

OF NAAR: Verhaal 53     

Alle rechten voorbehouden

22 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe