St. Louis, de voorbereidingen
Zoals het goede ondernemers betaamt, zijn er vanaf medio september 1903 voorbereidingen voor een grote overzeese tentoonstelling in St. Louis. Niet zomaar een tentoonstelling, het gaat om een wereldtentoonstelling, te houden in 1904.
Wereldtentoonstelling te St. Louis.
Op uitnoodiging van de American Trading Company waren hedenmiddag in Eensgezindheid te Amsterdam een 25-tal heeren bijeen, aan wie de heer Fischer, directeur der genoemde maatschappij, inlichtingen verschafte omtrent de deelneming aan de in 1904 te St. Louis te houden wereldtentoonstelling. Na afloop der besprekingen werd een commissie benoemd, die de Am. Trading Cy in haar organisatie zal ter zijde staan. De commissie werd als volgt samengesteld: de heeren Fischer, Van Kesteren, architect, Lob, directeur der plateelbakkerij De Distel, De Blécourt, van De Woning (kunstnijverheid) en Stokvis, industrieel te Arnhem. In beginsel heeft zich reeds een aantal firma’s voor deelneming aan de tentoonstelling opgegeven. Bron: De nieuwe courant van 19-09-1903
Hier niet vermeld, maar volgens een andere krant (Het Vaderland) was het Lob zelf die met het initiatief kwam voor deze commissie.
Thorn Prikker in De Telegraaf
In genoemde krant beschrijft Torn prikker niet alleen in het kort de geschiedenis van De Distel, maar bespreekt hij ook het hele proces van klei tot eindproduct. Hij heeft grote waardering voor de zakelijke leiding van De Distel en vertrouwt erop dat zij de kwaliteitseis zal waarborgen. Het voorbestaan van een plateelbakkerij als De Distel kan niet louter gebouwd zijn op een enkel stuk artistiek aardewerk. Maar tegelijkertijd moet er gewaakt woorden voor een ‘vulgarisering’. Thorn Prikker wijst op de ‘drukversierde, wanstaltige vodden, die uit het buitenland worden ingevoerd’. Fabricage op grote schaal, denk aan tien- of zelfs honderdtallen, is mogelijk zolang men ‘de precieusheid van teekening en de distinctie der kleuren, zooals de ontwerper ze wilde, niet verloren behoeven te gaan’. Bron: de Telegraaf van 12 november 1903.
In hetzelfde lange artikel noemt Thorn Prikker terloops nog een aantal grote creaties. Het gaat om diverse tegeltableaus, zoals die van voor een aantal nieuwe woningen aan de Eusebius buitensingel te Arnhem. Hij besluit het artikel met het volgende: “Onder de door De Distel uitgevoerde grootere werken noemen we de tableaux in het cafe Kosten te Hannover, die in het Rembrandttheater, het Floratheater, het café De Bisschop te Amsterdam terwijl binnenkort ook aan den gevel van de nieuwe papierfabriek van Van Gelder te Velzen het werk van De Distel ten goede zal komen.” Café Bisschop (het nieuwe!) kreeg het Distel tegelwerk in 1899
En als allerlaatste: “Als we nu tenslotte hier nog aan toevoegen dat De Distel ook minder fraaie en ook zelfs leelijke waar fabriceert, dan doen we dit niet dan met een verwijt aan het publiek, dat voor een deel het leelijke nog boven het mooie blijft verkiezen”.
OF NAAR: Verhaal 61