Voorheen Amstelhoek
Amstelhoek werd opgericht in het jaar 1894. Als het bedrijf in het jaar 1903 in de financiële problemen komt, wordt het faillissement aangevraagd. Er wordt een doorstart gemaakt en de naam wordt dan: 'Fabriek van Gebruiks- en Sieraardewerk enz. Voorheen Amstelhoek' (bron: Wikipedia). Over deze eerste fase van het aardewerkfabriekje het volgende citaat: “Door bemiddeling van den goudsmid Willem Hoeker werd in de eerste plaats een aardewerkfabriekje opgericht, waar ontwerpen van den beeldhouwer L. Zijl en van J. Van der Hoef werden uitgevoerd. Naast deze aardewerkfabriek richtte Hoeker een werkplaats voor metaalbewerking op onder leiding van Jan Eisenloeffel en een meubelmakerij aan welker hoofd W. Penaat stond. Deze drie ondernemingen, gecombineerd onder den naam “Amstelhoek” vormden gedurende eenigen tijd de voornaamste uiting van de moderne nijverheidskunst in Holland. Maar hoezeer Willem Hoeker de genoemde kunstenaars ook op onbekrompen wijze in staat stelde hun talenten te toonen, de onderneming werd zakelijk met te weinig overleg beheerd dan dat zij op den duur bestaanbaar zou blijven. Zij is thans dan ook reeds lang verdwenen en haar naam leeft alleen nog voort in de aardewerkfabriek, die onder de firma “voorheen Amstelhoek” nog steeds de oude modellen van Zijl en van der Hoef fabriceert, met een aantal later gemaakte modellen van den directeur-eigenaar Lambeek en enkele anderen. In elk geval was er geen sprake van dat een onderneming als “Amstelhoek” een tegenwicht zou kunnen vormen tegen “Arts and Crafts”.” Bron: Ambachts- en Nijverheidskunst. Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst van T. Landré, blz. 21 en verder, uitgave van 1910
Overname door De Distel
Na de doorstart lijkt het beter te gaan en worden de modellen van het bedrijf Haga uit Purmerend overgenomen. Maar aan de kwaliteit van het werk van Bert Nienhuis, ontwerper bij De Distel, kan Amstelhoek niet voldoen.
“Het was dan ook niet vreemd, dat later – in 1912 – Amstelhoek in de Distel werd opgenomen. Amstelhoek zelf had te voren een andere kleine werkplaats, Haga, gekocht, en daarmede het reproductie-recht van verschillende plastieken, die Teixeira de Mattos, Dupuis, Faliese, van der Hoef, daarvoor hadden gemaakt. Een korten tijd was C. J. Lanooij werkzaam aan Haga geweest en had er met Offermans een meer levendige versiering met diermotieven toegepast en proeven genomen met metalliekglanzen.” Bron: H.E. van Gelder – Pottenbakkerskunst, blz. 17. uitgave 1923
OF NAAR: Verhaal 66