Na alle officiële herdenkingen is het mij zwaar te moede. Wat kan ik daar zelf nu nog aan toevoegen. Eigenlijk erg weinig, hoe dacht Jacobus Lob zelf over zijn werkzaamheden na De Distel? Hij heeft op het gebied van sociaal – maatschappelijk werk meer dan goed gedaan. Was het misschien compensatie, maar waarvoor dan? Had hij misschien spijt of was hij teleurgesteld over het feit dat De Distel niet die waardering kreeg waarop hij hoopte? Foto van het wapen van Amsterdam, gemaakt in 'een winkel' door Frits Slicht
Maar waardering kreeg hij uiteindelijk wel, dat blijkt uit de berichten zoals ik die heb verwoord in het voorgaande, gewaardeerd als bestuurder maar zeker ook als mens. Ik zou zeggen ‘Een echte Mensch’. Op de website van Sylvain Goldberg vond ik deze omschrijving / definitie: “Er zijn weinig grotere joodse complimenten dan om iemand een mensch te noemen… hoewel een echte mensch natuurlijk te bescheiden zou zijn om een compliment te willen ontvangen”. Tegeltableau in Het Zaanhof, foto: Frits Slicht
Of Jacobus, of Kobus zoals hij ook wel liefdevol werd genoemd, een bescheiden mens was, dat durf ik niet te zeggen. Wat ik wel haast zeker weet, is dat hij een meer dan gedreven persoon was. Ik denk dan vooral aan zijn inzet om van zijn plateelfabriek een succes te maken. Het is daarom jammer dat hij niet heeft kunnen meemaken dat nadat het merk De Distel in de jaren dertig van de markt was verdwenen, het later een meer dan gewild merk werd. Het aardewerk dat bij De Distel werd vervaardigd is nu in vele musea te bewonderen. Ook het tegelwerk krijgt weer de nodige belangstelling. Fragment van de brief aan Meijer Smeer, bron: Fam Drilsma